Minder motoragenten in wielerwedstrijden, KNWU om tafel met ministerie
Het bestaan van Nederlandse wielerwedstrijden is in gevaar. De politie schroeft het aantal beschikbare motoragenten tijdens wielerwedstrijden terug, waardoor organisaties en de KNWU met hun handen in het haar zitten.
"We zijn al een paar maanden in overleg. Met organisaties van wielerwedstrijden en met de politie", zegt KNWU-directeur Thorwald Veneberg.
Steeds meer motoragenten nodig
Het probleem is dat er steeds meer motoragenten nodig zijn om de verkeersveiligheid op de openbare weg te regelen en te garanderen.
"Als we een wedstrijd als de Ronde van Drenthe, een evenement dat bijna drie dagen duurt, goed willen begeleiden met motoragenten, kost dat de landelijke eenheid één fte (een volledige arbeidsplaats, red.) op jaarbasis. Dat kost de samenleving dus ook één fte op jaarbasis", schetst Veneberg het probleem.
Het inzetten van motoragenten is nu teruggedrongen. "Het was een onhoudbare situatie voor ons", legt Marcel Masselink, nationaal verkeerscoördinator van de landelijke eenheid, uit. "De capaciteit is er niet meer."
Masselink geeft leiding aan een team van motoragenten dat ingezet wordt om allerlei evenementen te beveiligen, niet alleen binnen de sportwereld.
Olympia's Tour naar oktober?
Veneberg noemt de amateurwedstrijd Olympia's Tour als voorbeeld. "Daarvan heeft de politie aangegeven dat september een lastige maand is. Ze zijn dan nodig op Prinsjesdag en vaak zijn er in die maand staatsbezoeken. Dan kan het niet zo zijn dat er geen motoragenten beschikbaar zijn omdat ze in Olympia's Tour bezig zijn."
"Ze gaven aan dat oktober een betere maand is. Dus we kijken nu of het haalbaar is om de wedstrijd te verschuiven. Dat verzoek ligt nu bij de UCI."
Soms moeten we achteraf verkeersboetes terugdraaien, omdat deelnemers geflitst blijken te zijn. Dat is nog best lastig.
Masselink: "Bij grotere koersen zetten we al gauw 21 motorrijders in. In Olympia's Tour zijn zes koersdagen, maar er zijn ook dagen waarop we moeten verkennen. Daarnaast zijn we tijd kwijt aan werkvoorbereiding, er moet overlegd worden met de organisatie, er moet overlegd worden met de gemeenten. Zo kom je al snel aan twee fte op jaarbasis die we kwijt zijn aan een grote koers."
Naast Olympia's Tour noemt Masselink ook rondes als de BinckBank Tour, Boels Ladies Tour en de Ster ZLM Toer als wedstrijden met een dergelijke politie-inzet. "Bij andere kleinere wedstrijden zet je motoragenten in naar gradatie."
'Ergens knelt het'
Masselink onderschrijft het probleem van de KNWU. "Er wordt steeds meer gevraagd van motoragenten. Daar komt bij dat er veel wedstrijden zijn in Zeeland en West-Brabant, terwijl die provincies in de zomermaanden veel toerisme kennen. Ergens knelt het."
Wielerwedstrijden van een lager niveau worden steeds meer aangepast naar veredelde 'rondjes om de kerk'. Ze worden op afgesloten parcoursen gereden zodat er geen motoragenten ingezet hoeven te worden. "Dat komt ook omdat je anders al snel honderdduizenden euro's kwijt bent als organisatie aan verkeersbelemmerende maatregelen", verklaart Veneberg.
Rondjes om de kerk
In een antwoord op kamervragen stelt minister van Justitie en Veiligheid, Ferd Grapperhaus, dat het ook de doelstelling is om die wedstrijden op afgesloten parcoursen te laten plaatshebben.
"Het streven van de KNWU en de politie is om in 2020 alle lagere categorieën wielerrondes te laten rijden op afgesloten omlopen en de inzet van politie met vijftig procent te reduceren."
De KNWU heeft een gerichte oplossing voor de problematiek in gedachten. "Als iedereen het net zo belangrijk vindt als wij dat vinden, geef dan een wielerkoers een andere status. Momenteel is het zo dat alleen de politie verkeersdeelnemers tot stilstand kan manen. Eigenlijk is het zo dat iedereen in een wielerkoers in Nederland in overtreding is. Zowel renners als volgers. Soms is het zo dat we achteraf verkeersboetes moeten terugdraaien, omdat deelnemers aan een wedstrijd later geflitst blijken te zijn. Dat is nog best lastig."
In België doen ze het anders
In België is het anders geregeld, weet Veneberg. "Daar zijn wielerkoersen opgenomen in de verkeerswet. Daar kom je het zelfs tegen in een theorie-examen. Krijg je een vraag over wat je moet doen in een wielerwedstrijd."
Als dat een brug te ver blijkt te zijn, stelt de KNWU een andere maatregel voor. "Geef de verkeersregelaars een andere status. Er zijn voldoende vrijwilligers van motorverenigingen die willen helpen en ook kunnen helpen bij een wedstrijd. Dat is het probleem niet. Alleen zij hebben geen bevoegdheid."
In België hebben verkeersregelaars wél bevoegdheid, maar daar schortte het aan een goede opleiding voor die vrijwilligers. Veneberg: "We zijn nu in overleg met de KNMV (Koninklijke Nederlandse Motorrijders Vereniging, red.) om te kijken naar een opleiding, waardoor je straks gekwalificeerde vrijwilligers zou kunnen inzetten."
Maar ook bij die oplossing is steun nodig van de overheid. Grapperhaus was in februari nog duidelijk: "Motards zijn niet bevoegd om verkeersregelend te handelen rijdend op een motor."
Gesprek in april
Wel zegt de minister open te staan voor een gesprek. De KNWU hoopt dat dat in april kan plaatshebben. "We bereiden een gesprek voor, samen met de belangengroepering, waartoe ook de KNMV, de Landelijke Eenheid, de Regionale Eenheid Limburg en de Stichting Verkeersregelaars Nederland behoren."