Advocaten journaliste Boersma tegen OM: volgende keer zorgvuldiger zijn
De advocaten van de uit Turkije gezette journaliste Ans Boersma hebben een brief gestuurd aan het Openbaar Ministerie, waarin ze het OM oproepen om zorgvuldiger te zijn in de rechtszaal.
In de brief spreken ze nogmaals tegen dat Boersma wist dat haar ex-vriend Abd A. actief was voor terreurorganisatie Jabhat al-Nusra. De journaliste, die Turkije moest verlaten nadat Nederland informatie over haar had opgevraagd, heeft dat meermaals ontkend. Ze ondersteunde zijn visumaanvraag en pleegde daarbij volgens OM valsheid in geschrifte.
Volgens de advocaten heeft het OM tijdens de pro-formazitting van dinsdag stellingen ingenomen die haar positie als journalist ernstig schaden en kan ze zich daar in de rechtszaal niet tegen verdedigen. Boersma heeft geen mogelijkheid tot verweer, omdat ze dinsdag niet terechtstond. De advocaten willen voorkomen dat het OM, zoals zij zeggen, een soort schaduwproces tegen Boersma voert.
Gesprekken met broer?
Het OM stelde tijdens de zitting dat Boersma wel op de hoogte was van het terroristisch verleden van haar vriend. Justitie trok de conclusies mede op basis van gesprekken die de geheime dienst had afgeluisterd. De Syriër heeft in die gesprekken volgens het OM tegen Boersma gezegd: "Ik heb gezworen niet meer te slachten, geen vrouw, geen man, niemand."
De advocaten zeggen dat het fragment afkomstig is uit een gesprek tussen A. en zijn broer en niet tussen A. en Boersma. Eerder ontkende Boersma al dat haar toenmalige vriend iets van die strekking had verteld.
Gewapende mannen in zwart
Ook stelde het Openbaar Ministerie dat Boersma in grote lijnen wist wat haar vriend in Syrië had gedaan doordat ze op zijn Twitter-account had gekeken. Daarop zouden foto's hebben gestaan uit de tijd dat hij actief zou zijn geweest bij al-Nusra.
Volgens Boersma volgde haar vriend op Twitter in 2014 meerdere groeperingen en zag ze daarop alleen gewapende mannen in het zwart. "Het volgen van groeperingen en Arabische nieuwssites plaatste cliënte in het kader van zijn Syrische achtergrond."
De advocaten concluderen dat het Openbaar Ministerie ten onrechte en op onzorgvuldige wijze naar buiten heeft gebracht dat hun cliënt van alles wist. "De gepresenteerde feiten kunnen deze verstrekkende conclusies niet dragen."
Tot slot herhalen ze dat ze ondanks de gang van zaken willen praten over de mogelijkheid om de zaak te seponeren.