Op bezoek bij de rondo van Sjaak Swart: 'Niet kijken, maar lopen, luiwammes'
De kleedkamer van Zeeburgia in Amsterdam-Oost. Grijze muren, houten bankjes, vrij nieuw wel. Één voor één druppelen ze binnen. Het is weer tijd voor de rondo. Een traditie sinds 1973. De leiding is in handen van Sjaak Swart, de man die ruim 51 jaar geleden meedeed in de eerste wedstrijd van Ajax tegen Real Madrid.
De organisator zelf is er natuurlijk als eerste en pakt het omkleedbankje vlak bij de douche. Met hem komt ene Marcel mee. Marcel is met de taxi gekomen. Zijn eigen taxibusje. Ze hebben het over de wondergoal van Kasper Dolberg tegen VVV-Venlo. "Eigenlijk slecht aangenomen van Dolberg", zegt Marcel met luide stem en onvervalst Amsterdam accent.
"Bent u Marcel...?", vraag ik, van de partij als verslaggever van NOS.nl.
"Ja, Marcel Looijer", vult Swart meteen aan.
"Dan heb ik nog tegen u gevoetbald", reageer ik. "Als speler van het eerste van sc Muiderberg tegen DRC."
"En?", vraagt Swart. "Een makkie zeker?"
"Nee", moet ik bekennen. "Hij was veruit de beste van het veld. De beste speler tegen wie ik op mijn bescheiden niveau ooit heb gespeeld. Ik moest hem als broekie schaduwen, maar hij speelde me helemaal weg."
Dit hoort Looijer graag. De rest hoort het minder graag. Rumoer in de kleedkamer. "Hoe kan je dat nou zeggen?!" roept Swart tegen mij. "Kijk nou wat je doet!" Looijer giert het uit van het lachen.
De nu 57-jarige Looijer was in het seizoen 1989/1990 nog voor HFC Haarlem actief in de eredivisie ("Clubtopscorer") en behoorde in de jaren negentig tot de betere spelers op de amateurvelden van Amsterdam en omstreken. Bij DRC uit Durgerdam was hij destijds 'de nummer tien', de man die alles bepaalde. Een man met bravoure. Lange manen had hij toen. Die zijn nu verdwenen.
Gerrie Blokzijl is ook binnen. Nog zo'n vermaarde amateurvoetballer op leeftijd. 61 jaar inmiddels. Onder Leo Beenhakker was hij ooit actief voor het tweede van Ajax.
Volgens Blokzijl valt het allemaal wel mee met Looijer. "Hopeloos. Hij had misschien toevallig zijn dag destijds. Ik heb ook weleens tegen Muiderberg gespeeld. Had ik mijn hond mee en mijn voetbaltas. Mijn hond op doel, mijn voetbaltas laatste man en ik in de spits. Wonnen we met 4-1."
"We zullen het zo wel zien buiten", zegt Looijer.
Eerste keer tegen Real
Over tegenstanders gesproken. "Ik zag van de week nog beelden van Gento tegen mij", zegt Swart. "Die kon wat hoor..."
Swart herinnert zich die allereerste confrontaties van Ajax met Real Madrid in de eerste ronde van de Europa Cup I in 1967 nog goed.
In de terugwedstrijd in Bernabéu begon Swart tot zijn eigen verbazing als rechtsback (en dus niet als rechtsbuiten) en had hij Francisco Gento als opponent. De legendarische Spanjaard was toen en is nog steeds de enige speler die zes keer de Europa Cup voor landskampioenen won.
Gento zette Real destijds op 1-0, waarna Swart instructies kreeg van coach Rinus Michels om weer naar voren te gaan. Uit een vrije trap gaf hij vervolgens de assist voor de gelijkmakende kopbal van Henk Groot. In de verlenging miste Johan Cruijff een enorme kans en schoot José Veloso de Madrilenen met de 2-1 naar de volgende ronde.
"Echt ongelukkig", zegt Swart nu, nog steeds balend van die gemiste kans. "We waren twee keer beter dan Real. We speelden goed en na een mooie aanval kwam die kans van Cruijff. Als die had gezeten, hadden we dat seizoen al een finale gespeeld. Weet ik zeker. Toen begon het een beetje voor ons."
'Mister Ajax' kijkt uit naar de komende confrontatie tussen Ajax en Real Madrid in Amsterdam, de dertiende wedstrijd al tussen de twee grootmachten. "Ajax heeft de pech dat het bij Real nu is gaan draaien. Ik had ze liever in december getroffen. Nu wordt het moeilijk. Maar kansloos zijn we nooit."
Maatje Muller
Swart heeft zijn trainingskledij inmiddels aan. Zijn nette blouse en broek zijn verruild voor een oranje shirt, een wit Ajax-broekje, oranje kousen en daaroverheen een zwarte trainingsbroek en trainingsjas. Klaar om als vanouds te vlammen.
Als Olaf Lindenbergh de felicitaties voor zijn 45ste verjaardag van een dag ervoor in ontvangst heeft genomen, gaat het tot een man of tien uitgegroeide gezelschap naar buiten. Klokslag 13.00 uur begint op het kunstgrasveld immers de rondo.
De treinen gaan voorbij, de zon schijnt en de wind waait stevig. Zo stevig dat de hoedjes ter markering van het vierkant soms wegwaaien. Het balletje gaat desondanks vrij soepel rond.
Danny Muller komt iets later en moet zich van Swart eerst nog even melden bij de verslaggever. Danny's vader Bennie, een middenvelder, was er ook bij in 1967 tegen Real Madrid. De generatiegenoten Swart en Muller kennen elkaar van kleins af aan en haalden samen het eerste van Ajax.
In de heenwedstrijd in september 1967 had Ajax met 1-1 gelijkgespeeld tegen Real in het Olympisch Stadion. De 2-1 van Klaas Nuninga vlak voor tijd werd afgekeurd vanwege hands van Bennie Muller. Voor de oude Muller zit een rondo er al even niet meer in.
"Mijn vader heeft last van zijn enkel en een versleten knie", vertelt zoon Danny. "Die kan niet meer mee. Hij is dan ook al 80. Sjaak ook, maar niemand is op die leeftijd zo fit als Sjaak. Heel knap."
"Die twee zijn al zo lang maatjes", gaat Danny Muller verder. "Ze spreken elkaar dagelijks. Soms wel zes keer op een avond om te praten over een wedstrijd."
Muller doet voor hoe zo'n telefoongesprek tussen Swart en zijn vader dan gaat.
"Dan belt Sjaak en zegt hij: 'Heb je het gezien?'"
"Zegt mijn vader: 'Ja, wat een dief die scheidsrechter!'"
"Zegt Sjaak: 'Hij begon al na vijf minuten. Echt niet te geloven!'"
De groep bestaat inmiddels uit twintig man en wordt in tweeën gespitst. Danny Muller sluit aan in de rondo bij de groep-Swart, de wat oudere groep met onder anderen oud-Ajacied Leo van Veen. Aan de andere zijde van het kunstgrasveld speelt de jongere helft, met onder anderen acteur Frank Lammers.
Vaste klant Freek de Jonge is dit keer afwezig en ex-Real Madrid-trainer Guus Hiddink sluit na pas een half uur als laatste aan. Niet bij de harde kern van Swart, maar bij de andere groep. "Meer kwaliteit", roept Hiddink naar Swart.
Kritisch als altijd
Swart staat maar weinig in het midden, presenteert met een grote glimlach af en toe nog een balletje buitenkant rechts. Naast deelnemer is hij ook nog scheidsrechter en de leider van de groep. Zijn wil is wet. Wie het niet goed doet, krijgt een sneer.
"Dat zie je niet door die muts, mutsenburg!"
"Wat doe je nou? Waarom leg je die bal daar neer?"
"Niet kijken, maar lopen, luiwammes! Moet dat nu altijd gezegd worden?"
"Er wordt veel te veel geluld! Van de week in de kou was het stil en ging het veel beter."
Gento, 85 al, moest eens weten hoe zijn tegenstander van toen nog tekeer kan gaan.
Na een rondo van anderhalf uur is Swart kritisch in zijn slotcommentaar. "Het was niet veel, maar ja, die wind..."