Waarom Afrikaanse landen steeds vaker de stekker uit het internet trekken
Elles van Gelder
correspondent Afrika
Elles van Gelder
correspondent Afrika
Zimbabwe, de Democratische Republiek Congo, Gabon, Ethiopië en Sudan hebben dit jaar al te maken gehad met gehele of gedeeltelijke internetblokkades. Dat zegt Alp Toker, directeur van de organisatie Netblocks, die met speciale software bijhoudt waar en wat er wereldwijd wordt geblokkeerd. Toker tikt op zijn laptop en vertelt telefonisch: "Momenteel zie ik dat Sudan weer sociale media heeft geblokkeerd zoals Twitter, Facebook, WhatsApp en Instagram."
Sudanezen worstelen al sinds 21 december af en aan met online gaan. Ze demonstreren daar tegen het regime van president Omar al-Bashir. Om ervoor te zorgen dat de demonstranten zich minder makkelijk kunnen organiseren via sociale media, worden die geblokkeerd.
Internet plat om geweld te verzwijgen
Maar dat is niet het enige doel van de internetblokkades. Er wordt vaak ook geweld gepleegd als burgers offline zijn. Dat gebeurde bijvoorbeeld in Sudan, waar demonstraties hardhandig werden neergeslagen en al tientallen doden vielen.
Ook in Zimbabwe werd vorige week het internet uitgeschakeld, toen Zimbabwanen de straat opgingen om te demonstreren tegen de verhoging van de benzineprijs. Politie en leger sloegen hard toe. Volgens een Zimbabwaanse mensenrechtenorganisatie vielen er twaalf doden. Ook hier leidde de digitale duisternis ertoe dat de wereld daar weinig van zag.
Een Zimbabwaanse rechter bepaalde maandag dat de blokkade illegaal was. Sindsdien zien we online steeds meer beelden van Zimbabwanen die met stokken en zwepen zijn bewerkt. Ook verschijnen er foto's van opgezwollen gezichten.
Het blokkeren van het internet is een wereldwijde trend, zegt Berhan Taye van de organisatie Access Now, die opkomt voor digitale rechten. "Soms wordt de stekker uit het hele internet getrokken, soms wordt de bandbreedte afgeknepen. Daardoor wordt het internet zo langzaam, dat het zo ongeveer onbruikbaar is. En soms worden bepaalde apps geblokkeerd, zoals Facebook, Twitter, WhatsApp en Instagram. Het gaat allemaal om censuur."
Moeilijk is het niet om zulke diensten uit de lucht te halen. Vooral als er maar een paar internetaanbieders in een land zijn, of als de belangrijkste aanbieder een staatsbedrijf is. De regering gaat naar de internetaanbieders en draagt hen op om de service te staken. Zij geven daar vaak gehoor aan, want ze zijn bang om hun vergunningen kwijt te raken om in het land te mogen opereren. "Vaak staat er in hun contracten met de regering dat ze in naam van nationale veiligheid gehoor moeten geven aan een dergelijke opdracht van de regering", legt Taye uit.
Het is een reflex van de regering zodra er onrust is.
Access Now telde dertien internetblokkades in Afrika in 2017 en 21 in 2018. In de eerste weken van januari trof het dus al vijf landen. Een van de langste blokkades van de afgelopen jaren was in Kameroen, met 260 dagen.
Toker van Netblocks denkt dat de echte cijfers veel hoger liggen. "Vaak weten we er niet eens van, omdat niemand aan de bel kan trekken en het ons kan laten weten omdat ze niet kunnen communiceren. En sommige blokkades zijn maar heel kort en in een klein deel van het land. Je kan wel zeggen dat het een reflex is geworden van veel regeringen om het internet plat te leggen zodra er een vorm van onrust is."
Het gebeurt ook vaak als er verkiezingen zijn. Congolezen in de hoofdstad Kinshasa konden begin dit jaar niet eens een appje sturen om elkaar een gelukkig nieuwjaar te wensen. Op 30 december waren er verkiezingen en de dagen erna legde de regering in een deel van het land het internet plat. De regering zei niet te willen dat er nepresultaten zouden worden verspreid en fraudeerde ondertussen naar alle waarschijnlijkheid zelf met de uitslag. De blokkade duurde twintig dagen.
Rol China
Volgens Freedom House, een ngo die strijdt voor vrijheid en democratie, zijn de blokkades in Afrika aan het escaleren. "Autoritaire regimes voelen zich duidelijk bedreigd door de vrije stroom van informatie", zegt Mai Truong, die bij Freedom House onderzoek doet naar internetvrijheid.
Zij maakt zich zorgen om de nauwe banden tussen Afrika en China, koploper in internetcensuur en in het monitoren van wat burgers online doen. Truong: "China levert infrastructuur voor internet aan Afrikaanse landen. Ook hebben we gezien dat er trainingen worden gegeven in 'nieuwe media' door China in Afrikaanse landen. We hebben geen bewijs, maar je kunt je afvragen wat daar wordt geleerd en in hoeverre het gaat om censuur en observatie."
Wel weten steeds meer journalisten en activisten de internetblokkades te omzeilen. Vooral in landen waar het langer duurt of al eerder is gebeurd, zoals nu in Sudan, gebruiken ze VPN-verbindingen (virtual private network), waarmee je je locatie kunt verbergen of virtueel kunt veranderen. Zo kunnen we steeds meer meekijken met de protesten en het geweld - ook al wil de regering dat niet.