‘Ouderen deelden rond verkiezingen VS 2016 meeste nepnieuws’

Amerikanen van 65 jaar en ouder deelden rond de presidentsverkiezingen van 2016 relatief het meeste nepnieuws op Facebook. Dat blijkt uit onderzoek van twee universiteiten in de VS. Het wetenschappelijke tijdschrift Science Advances schrijft daarover.

65-plussers deelden zeven keer zoveel nepnieuws als 18 tot 29-jarigen. Tegelijkertijd concluderen de onderzoekers dat er in het algemeen weinig nepnieuws werd gedeeld. Van de onderzochte respondenten deelde maar 8,5 procent weleens een nepbericht.

Mensen die zichzelf Republikein noemen blijken meer nepnieuws te delen dan Democraten. Mensen die zichzelf omschrijven als niet-partijgebonden deelden net zoveel nep-berichten als de Republikeinse stemmers.

De onderzoekers hebben twee aannames over de oververtegenwoordiging van ouderen bij het delen van nepnieuws. Het kan zijn dat ouderen, die later online zijn gekomen dan jongeren, minder digitale vaardigheden bezitten om nep van echt te onderscheiden.

De andere is dat mensen, naarmate ze ouder worden, cognitief vermogen verliezen en daardoor sneller in een hoax trappen.

"De link leggen tussen het afnemend cognitief vermogen en daardoor gevoeliger zijn voor hoaxes, vind ik onaannemelijk. Er is mij geen onderzoek bekend dat dit bewijst", zegt Eugène Loos. Hij is als bijzonder hoogleraar bij ouderenorganisatie ANBO verbonden aan de UvA en doet onderzoek naar hoe ouderen omgaan met nieuwe media.

"Ik denk dat ouderen zich minder goed bewust zijn van het feit dat ze in een bubbel leven en dat de nieuwsvoorziening wordt gestuurd door een algoritme", zegt Renée de Vries van ouderenorganisatie ANBO. "Tegelijkertijd merkt ze op dat mensen vaak de digitale vaardigheden van ouderen onderschatten. "Er is echt wel een groep die zin heeft in nieuwe technologie."

Loos hoopt in Nederland onderzoek te kunnen naar de vraag of ouderen hier gevoeliger zijn voor nepnieuws dan bijvoorbeeld kinderen. Hij verwijst naar een niet-representatief onderzoek van hemzelf waarbij hij aan basisschoolkinderen nepnieuws voorlegde, waar het merendeel intrapte.