Voormalige topbankiers Fortis niet vervolgd
Zeven voormalige topbestuurders van de teloorgegane Belgische bank-verzekeraar Fortis zullen niet vervolgd worden. Dat heeft de Belgische justitie besloten. Volgens het Brusselse parket zijn er "onvoldoende elementen" voor vervolging. "Het valt erg moeilijk te bewijzen dat de toenmalige toplui met opzet te optimistische informatie hebben verspreid", zegt het parket.
Fortis nam in 2007 samen met de Britse Royal Bank of Scotland (RBS) en het Spaanse Santander voor 71 miljard euro ABN Amro over. In de maanden daarna brak de kredietcrisis los en bezweek Fortis uiteindelijk onder de schulden.
Aandeelhouders werd destijds een te rooskleurig beeld voorgehouden over de impact van de Amerikaanse vastgoedcrisis en de financiële positie van de bank. De bank viel om en moest uiteindelijk gered worden door de Belgische en Nederlandse staat. De aandeelhouders hadden het nakijken.
Schikking
In oktober 2008 werd een gerechtelijk onderzoek gestart naar de gang van zaken. In 2013 besloot justitie in België zeven bankiers te vervolgen vanwege hun rol, onder meer voor valsheid in geschrifte, oplichting en inbreuken op de wet over toezicht op de financiële sector. Het ging onder meer om de toenmalige president-commissaris Maurice Lippens, bestuursvoorzitter Jean-Paul Votron, en financieel directeur Gilbert Mittler.
Het onderzoek werd in 2016 afgerond. In Nederland waren toen echter onderhandelingen over een schikking begonnen tussen Ageas, de rechtsopvolger van Fortis, en gedupeerde beleggers, die resulteerde in een schadevergoeding van 1,3 miljard euro. De financiële compensatie is inmiddels goedgekeurd en de uitbetaling ervan gestart.
Voor de Belgische justitie is hiermee de kous af en vervolging van de bankiers van de baan. "Het onderzoek was complex en nam tien jaar in beslag. Valsheid in de jaarrekeningen valt heel moeilijk te bewijzen. Onze prioriteit was dat de slachtoffers vergoed zouden worden en dat is het geval", aldus het parket.