'Nederlanders onderschatten probleem van seksuele intimidatie'
Rebecca Vernhout
redacteur Online
Rebecca Vernhout
redacteur Online
Zowel vrouwen als mannen in Nederland onderschatten hoe vaak vrouwen seksueel geïntimideerd worden. Dat blijkt uit het jaarlijkse rapport van onderzoeksbureau Ipsos, waarin zo'n 30.000 mensen uit 37 landen worden ondervraagd over hun kijk op de werkelijkheid.
In Nederland zijn 500 mannen en vrouwen ondervraagd. Op de vraag 'Van hoeveel van de 100 vrouwen in Nederland denkt u dat ze zeggen dat ze een vorm van seksuele intimidatie hebben ervaren sinds ze 15 jaar werden?', antwoordden de mannen 38 procent. De vrouwen dachten dat het een fractie meer was. In werkelijkheid ligt het percentage op 73 procent, veel hoger dus.
Dat is opvallend omdat de Nederlandse inschattingen in dit rapport over onderwerpen als criminaliteit, zonne-energie en werkeloosheid vaak veel te negatief zijn. Als het over seksuele intimidatie gaat, schatten ze de situatie dus juist veel positiever in dan die werkelijk is.
Hoe kan dat, nu #MeToo al een jaar lang onderwerp van gesprek is en hoog op de agenda staat bij bedrijven, organisaties en de politiek? In een land als Nederland, waar organisaties in samenwerking met de overheid campagnes voeren voor seksuele bewustwording en emancipatie?
"Nederland is in veel opzichten een modern en progressief land, maar in de samenleving worden mannen en mannelijkheid nog wel hoger gewaardeerd dan vrouwen en vrouwelijkheid", zegt Jens van Tricht, oprichter van Emancipator. "We vinden het moeilijk om kritisch naar onszelf te kijken en onze blinde vlekken te zien."
Van Tricht maakt zich al dertig jaar sterk voor feminisme en de actieve inzet van mannen voor rechtvaardige genderverhoudingen en is niet verbaasd over de uitkomsten. "Dit soort cijfers is al tientallen jaren bekend en er verandert niet zo veel. Ook #MeToo verandert dat niet ineens. Je kunt bewustwordingscampagnes voeren, maar dat is tegen de klippen op werken."
Lange adem
Er is geen snelle oplossing voor het probleem, meent hij. "Voor gedragsverandering is een lange adem nodig. Deze dingen zijn aangeleerd en eeuwenlang geïnternaliseerd en geïnstitutionaliseerd. Om dit op te lossen is toewijding nodig om door te gaan, ons hier voor sterk te maken en niet op te houden. Want er is nog lang geen gelijkheid in behandeling van man en vrouw. Dat is een kwestie van lange adem."
Toch ziet Van Tricht ook hoopvolle signalen. "De laatste tien jaar zie ik steeds meer mannen die zich bijvoorbeeld in blogs uitspreken en zich in workshops inzetten tegen geweld tegen vrouwen. Zij nemen de zorg voor hun kinderen serieus en verklaren zich als vanzelfsprekend solidair met de vrouwen. Maar er is ook een sterke tegenbeweging die traditionele mannelijkheid en gezinsnormen wil herstellen."
Ook Willy van Berlo van het Rutgers Kenniscentrum is niet verbaasd over de hoge cijfers en de onwetendheid over het probleem. Uit de monitor Seksuele gezondheid in Nederland 2017 blijkt dat meer dan de helft van de vrouwen in Nederland te maken heeft gehad met seksuele intimidatie. "Ondanks #MeToo en campagnes onderschatten mensen het probleem nog steeds. Elke keer als dit soort cijfers naar buiten komt ben ik verbaasd dat mensen het 'schokkend' noemen. Dit zou geen nieuws meer moeten zijn."
Dat de Ipsos-cijfers zo veel hoger liggen dan de cijfers van Rutgers, ligt volgens haar aan de vraagstelling. "Dat cijfer komt uit Europees onderzoek. Zij tellen seksueel getinte opmerkingen mee, wij niet. En onze ervaring is dat mensen seksuele intimidatie gaan herkennen naarmate je gedragingen specificeert en de vraag explicieter stelt. Dan wordt het percentage hoger."
Tijd nodig
Rutgers rondde afgelopen oktober een landelijke actieweek tegen ongewenst seksueel gedrag af. Zo'n campagne is zeker niet nutteloos, vindt Van Berlo, dat moet juist doorgaan omdat gedragsverandering zo veel tijd nodig heeft. "We werken almaar aan bewustwording. De sociale norm moet veranderen. Het is nu 'alles moet maar kunnen' maar het basisprincipe moet respect zijn."
Om dat te bereiken moeten de politiek, maar ook ouders en leerkrachten, een veel grotere rol spelen, zegt Van Berlo. "Tot nu toe is de politiek hier veel te versnipperd in. Er moet structureel aandacht komen voor seksuele weerbaarheid in het onderwijs. Het moet vanaf groep 1 tussen de oren komen wat respect is, wat ongewenst gedrag is, hoe om te gaan met genderongelijkheid, zodat het kind gaandeweg leert: 'Je lichaam is van jou'."
Het verschil tussen werkelijkheid en perceptie is ook volgens Ipsos-onderzoeker Sjoerd van Heck goed te verklaren. "Persoonlijke ervaringen gooien meer gewicht in de schaal en maken meer indruk. Over een thema als seksuele intimidatie praat je mogelijk niet zo snel met je familie, terwijl je dat wél doet als je je baan verliest. Dat zijn de verhalen die blijven hangen en waar het verschil tussen werkelijkheid en perceptie ontstaat."
Overschat
"In ons onderzoek zijn er thema's die worden onderschat en thema's die worden overschat", legt Van Eck uit. "De onderschatte thema's zijn seksuele intimidatie en klimaat. Werkeloosheid en immigratie worden juist overschat." Volgens Van Heck weerspiegelt dat de zaken waar mensen zich druk om maken. "De cijfers laten zien wat leeft bij de mensen. Hoewel er veel gepraat wordt over seksuele intimidatie, leeft het onderwerp minder."
Niet alleen Nederlanders zitten er behoorlijk naast wat seksuele intimidatie in eigen land betreft. Ook in Frankrijk, Duitsland en vooral in Denemarken is het werkelijke probleem veel groter dan de ondervraagden inschatten.