Akkoord over bed-bad-brood tussen gemeenten en kabinet
Na maandenlange onderhandelingen met gemeenten heeft staatssecretaris Harbers van Asielzaken een akkoord bereikt over de bed-bad-broodvoorzieningen verspreid door het land.
Er komt eerst een proef met vijf gemeenten. Dat zijn Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Eindhoven en Groningen. Bij de aanpak wordt gekeken naar de achtergrond van de uitgeprocedeerden, zoals de bereidheid om vrijwillig terug te keren en of zij in een ander EU-land al eerder asiel hadden aangevraagd.
Na drie jaar wordt gekeken of de aanpak werkt en leidt tot meer gevallen van vrijwillig vertrek of uitzetting. Als dat zo is komen er nog drie locaties in het land bij.
Kleinschaliger
Het Rijk betaalt de komende drie jaar 48 miljoen euro voor deze acht locaties. Ook de Vereniging van Nederlandse Gemeenten gaat aan de opvangvoorzieningen meebetalen.
Daarnaast mogen de andere bed-bad-broodplekken in het land openblijven, bijvoorbeeld die in Enschede en Emmen. Maar de overheid betaalt aan deze locaties niet mee. Ook moeten de gemeenten die over deze locaties gaan ze kleinschaliger maken en er minder mensen opvangen.
Niet op straat
De bed-bad-broodvoorzieningen zijn initiatieven van particulieren en organisaties in gemeenten en van gemeenten zelf voor uitgeprocedeerde asielzoekers die niet kunnen of willen vertrekken. De gemeenten willen hen niet op straat laten staan.
De regeringspartijen VVD, CDA, D66 en CU, die verschillend over deze voorzieningen denken, bereikten bij het maken van het regeerakkoord een compromis. Op acht plaatsen in Nederland mogen de uitgeprocedeerde asielzoekers worden opgevangen voor maximaal twee maanden nadat de vreemdeling is afgewezen voor een verblijfsvergunning. In de opvang moet gewerkt worden aan vrijwillig vertrek.
De discussie tussen het kabinet en de gemeenten heeft maanden geduurd omdat er werd onderhandeld over wie welke kosten betaalt, en of de kleine opvangplekken toch open mochten blijven. In de afspraken is de maximale opvangtermijn van twee maanden, zoals in het regeerakkoord stond, komen te vervallen.
Staatssecretaris Harbers wilde er vandaag in een Kamerdebat nog niet op ingaan. Hij zei dat de puntjes op de i worden gezet. Volgende week wordt het akkoord gepresenteerd.