Premier Rutte na het mislopen van de onderhandelingen op dinsdagavond
NOS Nieuws

Waarom liepen de pensioenonderhandelingen stuk? Vooral vanwege geld

Het pensioenoverleg tussen het kabinet, werkgevers en werknemers is geklapt. Maar waarom eigenlijk? En is het erg? De onderhandelingen zijn stukgelopen om meerdere redenen, maar de belangrijkste is geld. En voor wat er nu gaat gebeuren zijn meerdere scenario's.

In het regeerakkoord was het kabinet nog optimistisch. De coalitiepartijen dachten dat het mogelijk was om al begin 2018 een pensioenakkoord te kunnen sluiten. "Zodat daarna begonnen kan worden met wetgeving", staat er in de tekst. Werkgevers en werknemers waren immers al jaren aan het praten.

Maar het beeld dat werkgevers en werknemers in oktober 2017 schetsten aan de nieuwe regeringspartijen, over hoe dicht zij al bij een pensioenakkoord waren, bleek veel te rooskleurig. Eigenlijk moesten de onderhandelingen nog beginnen, en dus kwam het hele pensioendossier weer op tafel. Dat dossier bestaat uit het pensioenstelsel, waar werkgevers en werknemers samen voor sparen, en de AOW. Dat is de ouderdomsuitkering van de overheid die wordt betaald uit belastinggeld.

Dit zijn de lastigste onderwerpen uit de onderhandelingen:

1. De AOW-leeftijd

Gedurende het afgelopen jaar werden er over en weer nieuwe voorstellen gedaan en eisen gesteld. Dat maakte de onderhandelingen ingewikkeld. Een van die onderwerpen was de AOW-leeftijd. Het kabinet wil die sneller laten stijgen naar 67 dan de vakbonden. Sterker nog, de vakbonden willen dat die leeftijd omlaag gaat. En vervolgens willen zij de pensioenleeftijd niet mee te laten stijgen met de levensverwachting. Dit laatste punt werd gaandeweg een harde eis van vakbond FNV.

Uiteindelijk heeft het kabinet de afgelopen weken water bij de wijn gedaan. Het loskoppelen van de AOW-leeftijd van de levensverwachting was bespreekbaar. Maar gisteravond bleek dat de FNV het niet genoeg vindt. Het kabinet wil niet meer doen dan een toezegging, en het overlaten aan een volgend kabinet omdat het miljarden kost. De FNV wil dat het nu al wordt geregeld zodat er niets meer tussen kan komen.

2. Het zzp-pensioen

Een ander lastig onderwerp is het pensioen voor zzp'ers, en dan specifiek laagbetaalde zzp'ers. Voor linkse partijen als GroenLinks en PvdA moet dit onderdeel uitmaken van het pensioenakkoord. Dat wil ook de zzp-afdeling van vakbond FNV. Maar het kabinet voelt niets voor een verplicht zzp-pensioen en de zzp-organisaties ook niet. En het is ook nog eens lastig te regelen als je zzp'ers die wél zelf een pensioen opbouwen keuzevrijheid wilt geven.

3. Hoeveel pensioengeld is er in de toekomst?

Daarover bestaan verschillende verwachtingen. Het kabinet wil voorzichtig omgaan met ingeschatte rendementen op de pensioengelden. Het kan in de toekomst immers tegenvallen, maar dan zijn er ook mensen die een pensioen willen. De vakbonden zien de toekomst rooskleuriger in en vinden de regels waardoor pensioenfondsen reserves moeten aanleggen en uitkeringen moeten verlagen te streng.

4. Pensioensysteem voor jong en oud

Een ander onderwerp dat op tafel lag, was het pensioensysteem eerlijk maken voor jong en oud. We worden steeds ouder en genieten langer van ons pensioen. Maar mensen met zware beroepen zouden wel wat eerder met pensioen willen. En hoe zorgen we ervoor dat jongeren aan alles willen blijven meebetalen?

Het kabinet wil het voor jongeren gunstiger maken: de opbouw van je pensioen moet meelopen met hoeveel je zelf hebt ingelegd. Verder moet transparanter worden dat de resultaten van de pensioenfondsen ook kunnen tegenvallen. Voor de werknemer wordt duidelijker waar dat aan ligt en wat dat betekent voor zijn of haar pensioen. De vakbonden willen vervroegd pensioen voor zware beroepen, maar dat wil het kabinet weer niet.

5. Plannen kosten geld

Alle plannen die op tafel lagen kosten geld. Het gaat over miljarden. De discussie en breekpunten gingen niet alleen over principes maar juist ook over de kosten, en wie die betaalt. De AOW wordt betaald van belastinggeld. De AOW-leeftijd niet een op een koppelen aan de levensverwachting kost het kabinet tot 6 miljard euro. De AOW-leeftijd pas in 2024 naar 67 jaar laten stijgen, kost bijna 3 miljard euro.

Een zzp-pensioen zou het kabinet 1,5 miljard euro kunnen kosten. Hoeveel werkgevers en werknemers zouden moeten bijdragen, is niet bekend. De werkgevers en werknemers betalen het pensioen, en dus de hogere premies als de rendementen te laag zijn. Nu of in de toekomst.

Hoe nu verder?

  • De mogelijkheden van het kabinet zijn beperkt. De pensioenfondsen beheren geld van werknemers. Dat geld is dus niet van het kabinet. Maar waar het kabinet wel over gaat, zijn de pensioenregels die zijn vastgelegd in wetten. De pensioenfondsen moeten zich hier aan houden.
    In principe kan het kabinet nu zonder de vakbonden en de werkgevers zelf gaan beginnen aan nieuwe wetgeving, bijvoorbeeld om de premiebetaling door jonge en oudere werknemers te veranderen. En door voor te schrijven dat pensioenfondsen meer moeten vertellen over beleggingsrendementen.
  • De pensioenfondsen worden bestuurd door werkgevers en werknemers. Zij gaan gewoon door met waar zij mee bezig zijn: het zo gunstig mogelijk beleggen van de pensioenpremies van werknemers en het uitkeren van pensioenen aan gepensioneerden.
  • De vakbonden kunnen proberen opnieuw aan de onderhandelingstafel te komen. Zij hebben daar belang bij omdat hun gepensioneerde achterban te maken gaat krijgen met verlagingen van de pensioenuitkering. En jonge werknemers kunnen vragen gaan stellen over of er voor hen in de toekomst nog wel voldoende overblijft.
  • Ook de werkgevers hebben er belang bij dat de onderhandelingen toch weer verder gaan. Zij betalen mee aan de pensioenpremies en willen niet dat die onverwacht omhoog gaan omdat er te weinig geld is. Ook willen zij oudere werknemers eerder met pensioen laten gaan zonder dat ze daar een boete voor moeten betalen.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl