Topambtenaar kreeg ruim 40.000 euro voor achttien dagen Curaçao
Het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft dit jaar een topambtenaar een netto buitenlandvergoeding van tienduizenden euro's toegekend, terwijl hij feitelijk in Nederland woonde. Dat blijkt uit antwoorden van het ministerie op vragen van de NOS.
Het gaat om Henk Brons, die tussen 1 januari 2015 en 1 juli 2018 vertegenwoordiger van Nederland op Aruba, Curaçao en Sint-Maarten was. In zijn laatste negen maanden als vertegenwoordiger verbleef hij slechts achttien dagen op zijn post in Curaçao.
Hoewel dit in strijd is met de richtlijnen, gaf de hoogste ambtenaar op het ministerie toestemming voor de regeling. Momenteel is Brons directeur-generaal Koninkrijksrelaties op het ministerie van Binnenlandse Zaken. Daarvoor was hij jarenlang verantwoordelijk voor de Rijksvoorlichtingsdienst.
Ambtenaren die zich namens Nederland vestigen in het buitenland hebben recht op een onkostenvergoeding, omdat ze vaak allerlei extra kosten maken. Zo kan het leven ter plaatse duurder zijn en hebben ze soms dubbele woonlasten.
Twee banen
Brons kreeg de vergoeding vanaf 2015, toen hij naar Curaçao verhuisde om Nederland daar te vertegenwoordigen. De situatie veranderde toen hij er in september vorig jaar er een tweede functie bij kreeg: hij werd ook waarnemend directeur Koninkrijksrelaties op het ministerie in Den Haag en verhuisde daarvoor terug naar Nederland.
De secretaris-generaal op het ministerie stemde ermee in dat hij zijn buitenlandvergoeding behield. Of de toenmalig minister, en later de staatssecretaris, op de hoogte was van regeling, kan het ministerie niet zeggen.
Ruim negen maanden bleef Brons de functies in Den Haag en op Curaçao combineren. In die periode was hij uiteindelijk achttien dagen als vertegenwoordiger op het eiland en ontving hij een netto vergoeding van rond de 4500 euro per maand.
In totaal ontving hij in deze periode 41.745 euro. Omgerekend is dat een onkostenvergoeding van 2319 per dag dat hij op Curaçao was. Hij verbleef daarnaast 26 dagen op Sint-Maarten en Aruba, maar die bezoeken mocht hij als dienstreizen declareren.
Maatwerk
Om aanspraak te maken op de vergoeding, moet je in het buitenland wonen en mag je niet langer dan zestig dagen aaneengesloten ergens anders verblijven. Het ministerie handelde dus niet volgens de richtlijnen. "Naar redelijkheid" kan de minister bepalen dat er uitzonderingen op de regel worden gemaakt als de regeling in een bepaalde situatie niet voldoet.
Minister Ollongren zegt in een reactie dat er een "speciale afspraak is gemaakt, omdat er een uitzonderlijke situatie was." Ze benadrukt dat Brons' officiële standplaats Curaçao was en niet Den Haag. Dat hij er nauwelijks zou zijn, was volgens haar niet goed te voorzien. "Toen de afspraken zijn gemaakt, denk ik dat het lastig inschatten was waar de betrokkene vooral zou verblijven."
De gedachte was dat Brons weer zou terugkeren naar Curaçao. Volgens het ministerie is er niet gesproken over het terugbetalen van de buitenlandvergoeding, toen afgelopen zomer bleek dat het niet om een tijdelijk verblijf ging en Brons in negen maanden nauwelijks op Curaçao is geweest.
Businessclass
De 41.000 euro komt boven op het salaris van Brons (in 2017 was dat 181.000 euro) en is onbelast. Dat betekent dat Brons er geen belasting over hoeft te betalen. Van dit bedrag hoefde hij ook geen huur, gas, water en licht voor zijn ambtswoning op Curaçao te betalen: zijn totale vergoeding was namelijk nog hoger, maar zijn woonlasten zijn er door het ministerie al van afgetrokken.
Het bedrag was niet alleen voor Brons zelf, maar ook voor zijn echtgenote, die aanvankelijk mee verhuisde naar het eiland. Toen zij vorig jaar met hem terugging naar Nederland, werd dat onderdeel van het bedrag niet door het ministerie aangepast. Ook werd afgesproken dat het echtpaar, boven op de standaardregeling, gezamenlijk vier businessclass-retourvluchten zou krijgen.
Voor 7000 euro vloog zijn echtgenote tweemaal naar Curaçao. Volgens het ministerie om de definitieve verhuizing voor te bereiden en om het afscheid van haar echtgenoot bij te wonen.
Volledige reactie van het ministerie:
Voor de duur van de plaatsing op Curaçao is gebruik gemaakt van de regelingen, zoals beschreven in het Voorzieningenstelsel Uitzendingen Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VUBZK) en een aantal aanvullende afspraken. Deze afspraken bleven bij de detachering intact, vooraf schriftelijk vastgelegd en herbevestigd bij de tijdelijke detachering.
Het was een complexe tijd op de eilanden met veel bestuurswisselingen en politieke instabiliteit. Ook op het ministerie waren gelijktijdig veel wisselingen, met het vertrek van de toenmalige Directeur Koninkrijksrelaties, de Secretaris-Generaal en de start van het nieuwe kabinet. Daarnaast kreeg het eiland Sint-Maarten, in een later stadium, te maken met orkaan Irma. Het ministerie heeft daarom destijds een indringend beroep gedaan op de heer Brons, om tijdelijk de functie van Directeur Koninkrijksrelaties op zich te nemen. Gezien deze bijzondere omstandigheden van dat moment, en het feit dat er in deze periode sprake was van een dubbelfunctie, zijn deze specifieke afspraken gemaakt. De heer Brons heeft geheel conform deze afspraken zijn beide functies naar volle tevredenheid uitgeoefend.
Van deze specifieke situatie was geen eerder voorbeeld, er moest maatwerk worden geleverd. Terugkeer naar de oude functie was immers gedurende de hele periode een reëel perspectief. Deze bijzondere tijd vroeg om een snelle detachering van iemand, met specifieke kennis van het Caribisch gebied. Daarbij speelde de onduidelijkheid over de invulling en ontwikkeling van het functiehuis van de Directeur Koninkrijksrelaties (inmiddels Directeur-Generaal Koninkrijksrelaties) en de urgentie van de noodhulp na de orkaan op Sint-Maarten mee. Daardoor is ook besloten tot de verlenging. De regelingen vanuit het VUBZK zijn daardoor ook langer voortgezet dan was voorzien.