Kabinet tolereert minder plastics in grond en baggerspecie
Grond en bagger die wordt gebruikt bij de aanleg van wegen en dijken en het ondieper maken van plassen, mag vanaf 2019 nog maar 'sporadisch' plastic bevatten. Dat schrijft staatssecretaris Van Veldhoven in een brief aan de Tweede Kamer.
Bij het aanleggen van wegen worden nu grond en baggerspecie (slib dat is vermengd met stenen en afval) gebruikt, die nog hooguit 20 procent 'bodemvreemd' materiaal mag bevatten. Daar hoort ook plastic bij.
Nul procent plastic is niet haalbaar, omdat plastics maar heel langzaam vergaan. Vandaar dat de norm 'sporadisch' wordt gebruikt. De schonere grond en baggerspecie moeten ook worden gebruikt bij het minder diep maken van natuurwateren. Dat gebeurt om meer ruimte te geven aan planten en dieren op de oevers.
Plasticsoep
Verder wil het kabinet de oorzaken van de plasticsoep in zee aanpakken. Die ontstaat voor een deel door plastic dat uit rivieren komt. Er moet in kaart worden gebracht waar het zwerfvuil in rivieren vandaan komt en waar het zich ophoopt, zodat het plastic kan worden opgevangen en hergebruikt. Er komt 5 miljoen euro voor beschikbaar.
Staatssecretaris Van Veldhoven heeft al eerder aangekondigd dat wegwerpplastic in de ban gaat, zoals borden, rietjes en roer- en wattenstaafjes. Het bedrijfsleven moet niet-natuurlijke materialen beter hergebruiken.
"Plastic kent talloze handige toepassingen", zegt Van Veldhoven, "maar hoort niet thuis in het water of het milieu. Het doet er honderden jaren over om te vergaan, dus dit probleem lost niet vanzelf op."