'Aanschafprijs van nieuwe auto fors omhoog door nieuwe bpm-tarieven'

De aanschaf van een nieuwe auto kan fors duurder worden, stellen brancheverenigingen RAI en Bovag. Volgens de organisaties is dat een gevolg van de nieuwe CO2-metingen. Die zijn nauwkeuriger dan voorheen, waardoor meer uitstoot wordt gemeten en dat leidt tot een hogere belasting.

RAI en Bovag roepen Kamerleden op om vragen te stellen aan staatssecretaris Menno Snel, omdat eerder toegezegd was dat de aanpassing niet mocht leiden tot een groter prijskaartje voor automobilisten.

Het ministerie van Financiën spreekt niet tegen dat sommige modellen nu duurder zijn, maar bestrijdt dat dat komt door de nieuwe metingen. "De nieuwe CO2-testmethode lijkt volgens onderzoek van TNO niet de oorzaak te zijn van een hogere CO2-uitstoot en bpm. Daarom is er geen reden de bpm-tarieven aan te passen", laat het ministerie weten in een reactie aan de NOS.

Overgangsperiode

Sinds september mogen autofabrikanten geen auto's meer bouwen die zijn getoetst met de oude CO2-metingen. Maar om bijvoorbeeld voorraadmodellen toch te kunnen verkopen, heeft de overheid een overgangsperiode ingesteld. Pas volgend jaar september mogen er daadwerkelijk geen auto's meer worden verkocht die met oude CO2-metingen zijn getest. De verwachting is dat er dan auto's op de markt komen die schoner zijn en mede daardoor een lagere bpm hebben.

Nu zitten we in een overgangsperiode. In de praktijk kan je nu een auto kopen die met de nieuwe CO2-meetmethodes is getest. Als daaruit blijkt dat er meer CO2 wordt uitgestoten, dan moet je meer aanschafbelasting betalen. Terwijl dezelfde auto die bijvoorbeeld in april is gemaakt en getoetst is volgens de oude methode, dus een lagere aanschafbelasting heeft.

Grote prijsverschillen

De Bovag en de RAI hebben de afgelopen twee maanden verschillende modellen gemeten en doorgerekend. Ze concluderen dat er nu wel degelijk grote prijsverschillen zijn. In hun brief naar de Kamerleden zetten zij vijf verschillende modellen met bpm-tarieven op basis van de oude en nieuwe metingen. In sommige gevallen is de aanschafbelasting ruim twee keer zo hoog als voorheen.

En dat was volgens de Bovag en RAI niet de afspraak. Voormalig staatssecretaris Wiebes beloofde in 2016 dat nieuwe CO2-metingen geen gevolgen zouden hebben voor de aanschafbelasting (bpm) op nieuwe auto's. De bpm zou worden aangepast als het voor automobilisten duurder zou worden.

Hier plaatst het ministerie wel een kanttekening. "De staatssecretaris van Financiën heeft aan de Tweede Kamer toegezegd zich in te zetten om de totale bpm-opbrengst niet te laten stijgen enkel als gevolg van de nieuwe CO2-testmethode", aldus een woordvoerder.

Appels met peren vergelijken

Het ministerie vroeg begin dit jaar aan TNO onderzoek te doen naar de gevolgen van de strengere CO2-metingen. Uit een eerste tussenrapportage concludeert staatssecretaris Snel dat de algehele bpm-inkomsten niet zijn gestegen door de nieuwe meetmethode. Dit is een tussenrapport, in mei komt het definitieve rapport op basis van meer gegevens.

In het onderzoek worden geen modellen met elkaar vergeleken, zoals de Bovag doet, omdat dat volgens het ministerie vaak appels met peren vergelijken is. Veel modellen zijn namelijk tussentijds aangepast. Zij kijken dus naar de totale inkomsten.

Dat die wel stijgen heeft volgens het ministerie niet per se met de nieuwe metingen te maken. Als er bijvoorbeeld meer auto's worden verkocht of mensen vaker kiezen voor vervuilende auto's, dan stijgen de totale bpm-inkomsten ook.

Voorraden

Het ministerie gaat ervan uit dat autofabrikanten op korte termijn hun auto's aanpassen om aan de strengere CO2-metingen te voldoen. Bovendien zouden autodealers de afgelopen periode grote voorraden hebben aangelegd van auto's die nog met de oude CO2-metingen zijn getest en dus vaak nog een gunstiger bpm-tarief hebben.

Veel autodealers maken dan ook reclame voor auto's die nog tegen een gunstig bpm-tarief worden verkocht. Maar het neemt volgens de RAI en Bovag niet weg dat mensen op dit moment voor hetzelfde model meer moeten betalen dan voorheen. En dus hopen de brancheorganisaties dat staatssecretaris Snel alsnog de bpm-tarieven wil aanpassen.