Hoekstra: Europees noodfonds moet strenger worden
Als een EU-land in financiële problemen komt door een te grote overheidsschuld moeten eerst de betrokken investeerders en beleggers hun verlies nemen. Pas daarna kan er - onder strikte voorwaarden - steun komen vanuit het Europese noodfonds (ESM).
Daarvoor pleiten minister Hoekstra en negen van zijn collega's uit andere EU-landen. De ministers willen ook dat het ESM een grotere bevoegdheid krijgt om bezuinigingen en hervormingen af te dwingen van landen die het fonds om geld vragen. Het ESM is het fonds dat leningen verstrekt aan lidstaten met financiële zorgen, zoals in het verleden Griekenland.
"Op dit moment gaan de Europese Commissie, de Europese Centrale Bank en het Noodfonds er allemaal een beetje over; op deze manier maak je het eenvoudiger, overzichtelijk en beter; dit is echt een bijdrage aan meer stabiliteit", zegt Hoekstra.
Snel en adequaat
Nederland komt samen met Denemarken, Zweden, Finland, Ierland, Estland, Letland, Litouwen, Tsjechië en Slowakije met voorstellen om de crisisstructuur te versterken. De landen denken dat daardoor in de toekomst effectiever kan worden gereageerd op een financieel-economische crisis.
Hoekstra benadrukt dat landen zich aan de Europese afspraken moeten houden over begrotingstekorten en staatsschulden. "Sterkere economieën zijn in het belang van de welvaart in Nederland en Europa als geheel. Als het toch fout gaat, zal snel en adequaat handelen de impact van de crisis beperken." De minister denkt dat zo wordt voorkomen dat bijvoorbeeld Nederlandse burgers de rekening krijgen.
Hoekstra is bezig nieuwe allianties in Europa te smeden, nu met het vertrek van Groot-Brittannië uit de Europese Unie een belangrijke partner verdwijnt.