Kok in 1991 op het partijcongres in Nijmegen waar hij steun kreeg voor de verandering van de WAO
NOS Nieuws

Biograaf: Koks diepste crisis was moment van loutering

  • Stijn Wiegerinck

    redacteur Online

  • Stijn Wiegerinck

    redacteur Online

Wim Kok had de discussie met zijn partij en zijn achterban over de houdbaarheid van de WAO veel eerder moeten beginnen. Maar Kok schrok ervoor terug, ook omdat zijn vader, een timmerman met stoflongen, voor een deel arbeidsongeschikt is geweest. Dat zegt Marnix Krop, die werkt aan een biografie van de staatsman die gisteren overleed.

Tegelijkertijd deed de WAO-crisis van 1991 Kok tot grote hoogte stijgen, zegt Krop, "omdat hij de handschoen heeft opgepakt en uiteindelijk de steun van meer dan 80 procent van het partijcongres heeft gekregen".

Het aantal arbeidsongeschikten bedroeg toen 900.000 en dreigde op te lopen tot 1 miljoen. Het kabinet waar Koks PvdA deel van uitmaakte, besloot de WAO in hoogte en duur te beperken en strenge herkeuringen voor jongere WAO'ers verplicht te stellen, tot woede van veel partijleden, vakbonden en PvdA-stemmers.

"Het was een waanzinnig belangrijk moment", zegt Krop. "Door zijn falen en door zijn loutering en doordat hij het vermogen wist te mobiliseren om de partij weer achter zich te krijgen. Hoe moeilijk dat ook ging."

Krop denkt dat de WAO-crisis Kok tot een echte politicus heeft omgevormd. Hij realiseerde zich dat hij veranderingen niet vanuit het kabinet kon opleggen, maar met zijn partij en de PvdA-leden in gang moest zetten.

Achttien gesprekken

Krop werkt aan een politieke biografie die de grote lijnen, de belangrijkste thema's en beslissende momenten in Koks leven en loopbaan behandelt. Kok werkte daar na enige aarzeling volop aan mee. Het project ging eind 2016 van start.

Krop heeft sindsdien achttien gesprekken met Kok gehad. De eerste vier gingen over de grote lijnen in zijn leven tot zijn vertrek uit de politiek in 2002. In de volgende gingen ze dieper in op de verschillende fasen in Koks leven.

Marnix Krop

Dat heeft een "stevig" hoofdstuk over Koks jeugd opgeleverd. Ook de acht hoofdstukken over Koks vakbondstijd (1961-1986) staan inmiddels "redelijk compleet" op papier. Het belangrijkste thema in deze periode was de fusie tussen de socialistische vakcentrale NVV en het katholieke NKV tot de FNV, in 1982. "Dat liep nog door tot 1985 door allerlei kwesties die te maken hadden met cultuurverschillen. Daar is hij heel succesvol in geweest."

De belangrijkste gebeurtenis in die periode was het Akkoord van Wassenaar (1982). Om de grote werkloosheid te bestrijden, kwamen de werkgevers- en werknemersorganisaties loonmatiging overeen in ruil voor arbeidstijdverkorting.

PvdA-leider en minister van Financiën

Krop begon in januari aan de periode 1986-1994, de jaren dat Kok PvdA-fractieleider en minister van Financiën in het derde kabinet-Lubbers was. "Daar heb ik een gesprek of vier, vijf over gehad en inmiddels twee hoofdstukken over geschreven." Krop hoopt over deze periode nog twee of drie hoofdstukken te schrijven. Het laatste gesprek was in juni.

Het overlijden van Kok, gisteren, betekent dat Krop het bij de voltooiing van zijn boek zonder de hulp van zijn belangrijkste bron moet doen. Hij weet nog niet hoe hij dat gaat oplossen. "Het kan wel, maar ik heb dan midden in het verhaal een breuk. Een breuk in de methode, de aanpak en waarschijnlijk ook de loop van het verhaal." Zeker is dat hij meer op de herinneringen van mensen uit Koks omgeving zal moeten varen.

Kok krijgt felicitaties van FNV-vice-voorzitter Karin Adelmund bij het PvdA-partijcongres over de WAO in 1991

Het belangrijkste moment in deze periode was de WAO-crisis, het belangrijkste thema Koks streven om de PvdA na jaren in de oppositie en jaren van politieke frustratie weer in het hart van de politiek en het bestuur te krijgen.

Premier

Voor de periode dat Kok twee keer premier was (1998-2002) moet Krop het dus zonder de herinneringen van Kok zelf stellen, op die uit de eerste verkennende gesprekken na.

Het belangrijkste thema was 'Werk, werk, werk', tevens het motto van Kok I. "Dat motto is Kok ten voeten uit", zegt Krop. "Mede om te voorkomen dat er verder gesneden zou worden in de sociale zekerheid, was het hoofddoel herstel van werkgelegenheid en bestrijding van werkloosheid."

Premier Kok bij de Algemene Beschouwingen in 1998

Dankzij de gunstige invloed van de internationale economie is dat goed gelukt. "Al aan het eind van dat eerste kabinet was de werkloosheid al bijna geen probleem meer. Aan het eind van het tweede kabinet was gebrek aan personeel, vooral in de zorg en het onderwijs, een probleem geworden."

Het belangrijkste moment in deze periode was de val van de Bosnische moslim-enclave Srebrenica, die sinds 1994 op de grond door Nederlandse VN-militairen moest worden beschermd. Zo'n achtduizend moslimmannen en -jongens werden door Bosnische Serviërs vermoord. Dat is voor Kok tot het einde van zijn leven een wond gebleven, zegt Krop.

Het in 2002 verschenen NIOD-rapport gaf geen oordeel over de val van de enclave, maar Kok vond dat iemand de verantwoordelijkheid moest nemen. Hij en zijn kabinet traden daarom in april 2002 af.

Premier Kok bij de presentatie van het Srebrenica-rapport. Naast hem minister van Defensie De Grave

Koks belangrijkste verdienste is dat hij zichzelf, zijn partij en Nederland heeft geleerd dat je elkaar als het nodig is "moet opzoeken, de handen ineen moet slaan en de schouders eronder moet zetten." Dat ziet Krop terug in de drie periodes die Koks loopbaan kende.

"Hij is met het Akkoord van Wassenaar één van de vaders, zo niet dé vader, van het poldermodel. Hij heeft de PvdA geleerd dat zo'n grote partij in het hart van politiek en bestuur moet staan. En met Paars heeft hij laten zien dat twee partijen die elkaars klassieke opponenten zijn, heel goed met elkaar verder kunnen. Ze hebben samen Nederland welvarender gemaakt en aantal heel belangrijke beslissingen kunnen nemen. "

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl