Syrië opent grens met Jordanië; situatie Idlib onduidelijk
Na drie jaar op slot te hebben gezeten, kunnen burgers en vrachtverkeer vanaf vandaag weer de grens oversteken tussen Jordanië en Syrië. Drie maanden nadat het Syrische leger met Russische hulp alle jihadisten uit het zuidwestelijke grensstreek heeft verdreven, lijken Syrië en Jordanië erop te vertrouwen dat de rust in de regio is teruggekeerd. Het loopt nog niet storm; toen de grensovergang vanochtend om 07.00 uur open ging, stond er één burger te wachten, meldt persbureau Reuters. Later werd het veel drukker.
Overigens is ook de grenspost Quneitra tussen de Golanhoogten en Syrië na vier jaar weer open. De Syrische kant van de grensstreek werd in 2014 ingenomen door rebellen die banden hadden met Al Qaida. Afgelopen juli veegden Syrische legereenheden het gebied schoon.
Tot de Jordaans-Syrische grenspost bij Nassib in 2015 dichtging, passeerden hier dagelijks honderden vrachtauto's, omdat de overgang op de belangrijke route ligt van Turkije en Libanon naar de Golfstaten. Maar de opening van deze grens lijkt vooral van grote symbolische betekenis voor de regering-Assad. Het zelfvertrouwen van Damascus groeit nu de rebellen na zeven jaar burgeroorlog alleen nog in enkele uithoeken van het land zitten en in de provincie Idlib in het noorden.
Jihadisten lijken afspraken te negeren
In Idlib zou per vandaag een bufferzone van kracht worden die moet voorkomen dat het Syrische leger de aanval opent op de rebellengroeperingen in de provincie. Turkije, dat een deel van de rebellen steunt en een grote vluchtelingenstroom wil voorkomen, en Rusland hebben in september afspraken gemaakt over de gedemilitariseerde zone. Die loopt langs de grens van Idlib en steekt 15 tot 20 kilometer de provincie in, zo ongeveer de afstand die mortiergranaten kunnen overbruggen. Turkse en Russische militairen moeten controleren of het staakt-het-vuren standhoudt.
De afgelopen tijd hebben door Turkije gesteunde rebellen zich volgens afspraak teruggetrokken uit de zone en ook is er veel zwaar materieel weggehaald. De radicale jihadisten van Tahrir al-Sham zeggen in de zone te blijven. In een verklaring hebben ze vanmorgen wel laten weten dat ze de pogingen op prijs stellen van "iedereen in binnen- en buitenland om het gebied te vrijwaren van invallen en bloedbaden".
De extremisten, die vroeger bekendstonden onder de naam Al-Nusra, schrijven de jihad door te zetten en hun wapens niet in te leveren. Maar volgens de Syrië-expert Charles Lister van het Amerikaanse Middle East Institute haalt Al-Sham wel degelijk zijn zware wapens weg en trekken de strijders zich terug uit de zone, maar wordt daar geen ruchtbaarheid aan gegeven. Syrië wil dat Rusland bekijkt of aan de afspraken voor de bufferzone is voldaan.
In Idlib wonen drie miljoen Syrische burgers. Ook verblijven hier alle rebellen en buitenlandse strijders die elders in Syrië zijn verjaagd en die zich weigerden over te geven aan het Syrische leger.