Strafprocedure tegen Hongarije legt vinger op zere plek van EU
Margot Oosterwechel
redacteur Buitenland
Margot Oosterwechel
redacteur Buitenland
De scheurtjes in de relatie tussen Hongarije en de Europese Unie zijn uitgegroeid tot een waar conflict: het Europees parlement heeft vanmiddag ingestemd met de start van een artikel 7 procedure, die er in het uiterste geval toe kan leiden dat Hongarije zijn stemrecht verliest binnen de EU. Hoe groot is de kans dat dit echt zal gebeuren? En hoe heeft het zover kunnen komen?"
Waarom de EU een strafprocedure tegen Hongarije begint
"Er is altijd nog een leven buiten de EU", zei Viktor Orbán tijdens zijn eerste premierschap van 1998 tot 2002. De republiek Hongarije zat toen middenin het toetredingsproces tot de Europese Unie. Op 1 mei 2004 werd die toetreding een feit.
''Je voelde vibraties, plezier en vrolijkheid'', vertelt EU-correspondent Tijn Sadée, terugblikkend op zijn tijd als correspondent in Hongarije. ''Maar tegelijkertijd kwam de vraag op; hoe lang gaat dit nog goed? Wordt Hongarije niet overvallen door westerse bedrijven? Zij bleven de Hongaren immers slecht betalen. Je voelde de ontevredenheid in het land groeien''.
Orbán op dat moment oppositieleider in het Hongaarse parlement voelt die ontevredenheid aan. Hij houdt de Hongaren voor: ''Ik ga zorgen dat jullie Hongaren weer echte Hongaren worden''. Zijn boodschap vindt gehoor bij een groot deel van de Hongaarse bevolking, voornamelijk bij de Hongaren op het platteland. In 2010 komt Orbán opnieuw aan de macht. Zijn partij Fidesz haalt een comfortabele tweederdemeerderheid in het parlement. Een meerderheid die Orbán aangrijpt om direct na zijn benoeming tot premier een reeks hervormingen door te voeren.
Boete voor 'niet objectief' berichten
Zo roept Orbán een mediawaakhond in het leven. Deze waakhond bestaat uit leden die zijn benoemd door het parlement, waar Orbán's partij over een tweederdemeerderheid beschikt. Zij controleren de Hongaarse media en leggen hoge boetes op als de media volgens hen niet objectief berichten. De Europese Unie heeft veel kritiek op de waakhond. Ook komt er vanuit Europa kritiek op de nieuwe grondwet die het Hongaarse parlement in 2011 aanneemt. De regering krijgt daarmee meer zeggenschap over de nationale centrale bank en zittende rechters kunnen al met 62 jaar met pensioen worden gestuurd.
In 2013 gaat de regering in Boedapest nog een stap verder; het parlement stemt in met een grondwetswijziging. De onafhankelijkheid van de rechterlijke macht wordt zo verder aangetast en eerdere uitspraken van het Constitutionele Hof genegeerd.
In 2017 neemt het parlement een wet aan waarin wordt vastgelegd dat buitenlandse universiteiten aan nieuwe voorwaarden moeten voldoen. Zo moet een universiteit een campus hebben in het thuisland. Deze maatregel bedreigt specifiek de Central European University (CEU), opgericht door filantroop George Soros, een tegenstander van Orbán.
Bedreiging democratie en rechtsstaat
Partijgenoten en vrienden van Orbán kunnen dankzij de hervormingen op strategische en lucratieve plekken worden ingezet; bijvoorbeeld bij de rechtbank of de mediawaakhond. Ook is het merendeel van de mediaorganisaties die het land telt nu in handen van bevriende zakenlieden van Orbán.
De Europese Unie ziet bovenstaande hervormingen als een systematisch bedreiging van de democratie en rechtsstaat in Hongarije. Ook maakt de EU zich zorgen over het gebrek aan een onafhankelijke rechtsspraak, de beperking van de vrijheid van onderwijs en de greep van de regering op de nationale bank. Ten slotte hekelt de EU het harde immigratiebeleid van Hongarije; de rechten van migranten worden met voeten getreden.
Wat er zo bijzonder is aan deze stap?
De maat is vol voor de EU. De Europese Commissie zet in 2011 de eerste stap en eist aanpassingen van de Hongaren. Boedapest doet kleine toezeggingen, maar niet genoeg: de Europese commissie besluit daarom meerdere inbreukprocedures tegen Hongarije te starten. Met zo'n procedure kan een land dat zich niet houdt aan de EU-wetgeving worden veroordeeld door het Hof van Justitie van de Europese Unie tot het betalen van een boete.
Tot vandaag was dat voor Eurocommissaris Timmermans voldoende. Maar het Europees Parlement wil een stap verdergaan.
De Nederlandse Judith Sargentini onderzoekt als Hongarije-rapporteur de staat van de democratie en rechtsstaat in Hongarije. In haar rapport van april dit jaar adviseert ze om de artikel 7-procedure tegen Hongarije te starten. De strafprocedure is nog nooit eerder door het parlement gestart en geeft de mogelijkheid om zware maatregelen op te leggen aan een lidstaat. Het parlement stemt vanmiddag in met deze procedure.
Dit houdt de strafprocedure in
De regeringsleiders, de Europese Raad, zullen zich over de procedure moeten uitspreken. Ze moeten bepalen of ze inderdaad een artikel 7-procedure willen opstarten. Daar is een meerderheid van 22 landen voor nodig. Gaan die akkoord dan zal pas later worden gestemd over de ultieme maatregelen: het intrekken van het stemrecht en de ontzegging van de toegang tot de interne markt.
En daar wordt het lastig, want voor die ultieme maatregelen is unanimiteit vereist.
Hongarije is namelijk niet het enige land dat verzeild is geraakt in een artikel 7-procedure. Eerder legde de Europese Commissie eenzelfde procedure op aan Polen, wegens ondermijning van de rechtsstaat. En nu zit Hongarije, ditmaal dankzij het Europees Parlement, in hetzelfde schuitje. De kans is groot dat beide landen elkaar de hand boven het hoofd zullen blijven houden. De verwachting is dus dat Polen achter Hongarije zal blijven staan en zo de vereiste unanimiteit niet gehaald zal worden.
Stelt die strafprocedure dan eigenlijk nog wel wat voor? Dat wel. Zolang Hongarije in deze strafprocedure zit, zit het land toch een beetje in het verdomhoekje. Andere lidstaten zullen minder snel nieuwe betrekkingen met Hongarije aangaan. Hoe langer de stemming in de Europese raad wordt uitgesteld, hoe langer lidstaten druk kunnen blijven uitoefenen op de regering van Orbán.
Vinger op de zere plek
Deze situatie met Hongarije legt de vinger op de zere plek voor de EU. Aan de ene kant is deze strafprocedure een manier om te laten zien; tot hier en niet verder. Wanneer een lidstaat de Europese normen en waarden overtreedt zullen daar consequenties aan verbonden worden. Maar of het land die consequenties ook daadwerkelijk zal gaan voelen, is maar zeer de vraag. De EU krijgt in toenemende mate te maken met lidstaten die zich nationalistischer opstellen. Landen die vinden dat verschillende zaken zoals media en rechtsstaat strikt binnenlandse aangelegenheden zijn. Zaken dus waar de EU zich volgens hen niet mee hoeft te bemoeien.
Zolang die landen elkaar de hand boven het hoofd zullen blijven houden, zal het inzetten van de artikel 7-procedure vooral een politiek signaal blijven. Het is nu de vraag of dat signaal sterk genoeg zal zijn om de regering Orbán meer in lijn met de EU te krijgen.
''Er is nog altijd een leven buiten de EU''. Een uitspraak die Orbán de komende tijd misschien wel in zijn gedachten zal houden.