Minister is stagediscriminatie op mbo beu
Discriminatie bij het vinden van een stageplek op het mbo komt nog altijd te vaak voor, zegt minister Van Engelshoven op basis van nieuwe cijfers. Ze komt met drie maatregelen om het probleem aan te pakken.
Uit de cijfers, van de universiteit van Maastricht, blijkt dat 24 procent van de mbo'ers met een niet-westerse achtergrond minstens vier keer moet solliciteren voor een stage. Onder autochtonen is dat 11 procent.
Hoofddoek
Ook in één keer een stage vinden blijkt nog altijd veel moeilijker voor mensen van niet-westerse afkomst. Het is niet voor het eerst dat onderzoekers constateren dat stagediscriminatie voorkomt. Dat is vooral het geval bij meisjes met een hoofddoek en jongens van wie werkgevers denken dat ze "risicovol" zijn, zegt de minister.
"Ik ben benieuwd of werkgevers beseffen wat ze aanrichten", stelt Van Engelshoven (D66). "Want je knakt een droom, je beschadigt bij mensen het gevoel dat er plaats voor ze is in de maatschappij." Ze wijst er bovendien op dat werkgevers enerzijds klagen over personeelstekorten en zich tegelijkertijd blijkbaar, vaak onbewust, schuldig maken aan discriminatie.
Trainingen
Om stagediscriminatie tegen te gaan, worden nu honderden bedrijfsbezoeken georganiseerd waarbij studenten en bedrijven elkaar leren kennen. Verder komen er trainingen waarbij bedrijven leren hoe ze kunnen selecteren zonder vooroordelen. De derde maatregel is een campagne om het al bestaande meldpunt Stagediscriminatie een grotere bekendheid te geven.
"Het ministerie kan dit probleem niet alleen oplossen", zegt Van Engelshoven. "Daar hebben we de scholen, de MBO Raad, de Stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven en de duizenden stagebedrijven bij nodig."
Werkgevers: het komt niet alleen door ons
Werkgeversorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland zeggen dat er zeker werkgevers zijn die onbewust of bewust discrimineren en dat dat onacceptabel is. "Maar discriminatie is niet de enige oorzaak waardoor mbo-studenten met een niet-westerse migratieachtergrond meer moeite hebben om een stageplek te vinden", zegt een woordvoerder.
"Minister Van Engelshoven schrijft de verschillen volledig toe aan stagediscriminatie door werkgevers. Maar er zijn ook andere factoren. Jongeren met een niet-westerse migratieachtergrond kiezen vaker voor studies met minder goed uitzicht op werk, zoals economisch-administratieve opleidingen. Dat leidt ook tot minder aanbod van stageplekken."
"Ook missen jongeren met een niet-westerse migratieachtergrond vaker een netwerk dat hen toegang kan bieden tot de arbeidsmarkt of hen helpt bij het vinden van een stageplek. Stagebegeleiders noemen ook persoonlijke omstandigheden vaker als belemmerende factor. Ook vragen studenten met een migratieachtergrond volgens stagebegeleiders minder snel om hulp als zij problemen hebben met het vinden van een stageplek."