12.000 schutters bijeen in Neer, maar wat zijn schutters eigenlijk?
In het Limburgse Neer wordt dit weekend het Europees Schutterstreffen gehouden. 12.000 schutters van 500 schutterijen, schutbroederschappen en schuttersgildes uit heel Europa zijn bij elkaar gekomen om deel te nemen aan schietwedstrijden, demonstraties, vendelzwaaien, marcheren en exerceren.
Ko Remijnse, voorzitter van dit evenement, ziet het als één grote verbroedering, zo zei hij in het NOS Radio 1 Journaal. "Je ontmoet mensen, je praat heel makkelijk met bijvoorbeeld Polen of zoals vandaag met Zweden die ik niet kende. Je hebt samen een soort Europees gevoel en dat is wel heel apart."
Het folkloregehalte is hoog in Neer, met al die verschillende uniformen, epauletten, onderscheidingen en vaandels. Maar waar staan die schutters eigenlijk voor? En waar komen ze vandaan?
Eerste steden
De eerste schuttersgilden werden waarschijnlijk al in de 11de eeuw opgericht. Ze waren verantwoordelijk voor de bescherming van de lokale orde in de stad en moesten helpen de stad te verdedigen tegen vijanden van buiten.
Hun opkomst hangt samen met het ontstaan van de eerste steden in Nederland. Toen steden stadsrechten kregen, werden ze verantwoordelijk voor hun eigen veiligheid en verdediging. De naam van de schutterij kan daar van afstammen. De eerste schuttersgilden 'beschutten' de burgerij. Ook kan de naam slaan op 'schieten' vanwege de wapens die het gilde gebruikte, namelijk schutterswapens als bogen en later geweren.
Kanonnen
De schutters waren vrijwilligers die het naast hun dagelijkse werk deden. Ze kregen er dus niet voor betaald. Niet iedereen stond daarom te springen om bij de schutterij te komen, maar je kon er ook niet altijd onderuit. De beroepsgildes, waarin alle mensen die een bepaald beroep uitoefenden waren verenigd, moesten mannen leveren die in een soort rotatierooster dienst deden als schutter. De leden van het schuttersgilde moesten burgers van de stad zijn en genoeg geld hebben om de juiste kleding en wapens aan te schaffen.
In het begin werden de schutters ingedeeld op wapens, maar later werd kwam er een indeling per wijk en kreeg het schuttersgilde ook de verantwoordelijkheid voor de kanonnen op de stadsmuren. Ook werd het uitgebreid naar het platteland, waar schuttersgildes dorpen en landerijen moesten beschermen tegen plunderende gedeserteerde soldaten.
De hogere rangen, zoals kapitein van een bepaalde wijk, werden vaak door leden van de plaatselijke elite vervuld. Deze functie gold als een opstapje naar prestigieuzere banen binnen het stadsbestuur. Maar ook de gewone schutter kon voordeel halen uit zijn functie. Op de schutterij in de wijk was volop gelegenheid om te netwerken wat voordelig kon zijn voor het werk buiten de schutterij. Ook was er vaak een 'armenkas' om behoeftige en zieke leden te ondersteunen.
Religie speelde een belangrijke rol binnen de schutterij. De meeste schutterijen hadden in de middeleeuwen een eigen kapel en altaar en een eigen beschermheilige. Na de reformatie verdween in de Hollandse steden de rol van de religie in de schutterijen. In katholieke streken, waar nu de meeste schutterijen nog zijn, bleef de godsdienst wel belangrijk.
De Nachtwacht
Ook ontbrak in het schutterswezen het feest- en spelelement niet, zoals het jaarlijkse vogelschieten op de kermis en de viering van de naamdag van de schutspatroon. Een ander veelvoorkomend gebruik was het schuttersmaal of schuttersstuk: een geschilderd groepsportret van de officieren van een schuttersgilde. De Nachtwacht van Rembrandt is daar een voorbeeld van.
Het is een hele oude cultuur, maar we hebben wel moeite om de jeugd te binden.
In 1810 werd op last van Napoleon een nationaal politiekorps gevormd en werd de schutterij verboden. Drie jaar later, na het vertrek van de Fransen, bleef de nationale politie bestaan en kregen de schutters een meer sociale functie. Het werden gezelligheidsverenigingen. Ook nu zijn ze nog vooral te vinden in het van oorsprong Roomse zuiden van het land zoals delen van Gelderland, Limburg, Noord-Brabant en Zeeland.
Maar ook in landen als Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland zijn nog veel historische schuttersverenigingen te vinden en dat is te merken op het Europees Schutterstreffen in Neer waar de voertaal voornamelijk Duits is.
Escape room
Verder valt op dat de leeftijd van de meeste deelnemers behoorlijk hoog is. "Het is een hele oude cultuur, maar we hebben wel moeite om de jeugd te binden", vertelt Dorus Alofs. "Daar wordt heel hard aan gewerkt. Zo hebben we hier een prachtig mooi jeugddorp en daar zit een escape room in. Daar kom je tegenwoordig niet meer onderuit."
De schutters zijn nu alleen nog folklore, voegt hij daar aan toe. "Maar je moet wel iets blijven betekenen in de gemeenschap en daar zijn we druk mee bezig. En verder komen we natuurlijk puur voor het feest. Ouderwets genieten."