Kabinet: afschaffen van dividendbelasting niet van tafel
Het kabinet houdt voorlopig vast aan het afschaffen van de dividendbelasting. Gisteren bleek dat de maatregel meer kost dan tot nu toe werd gedacht, waardoor er opeens een gat van 600 miljoen op de begroting is.
Staatssecretaris Snel van Financiën, die over belastingen gaat, zei na de eerste ministerraad na de vakantie dat hij ervan uitgaat dat de afschaffing van de dividendbelasting doorgaat. "Het is een maatregel die geld kost, maar dat hebben wij ervoor over."
Hij is ervan overtuigd dat het schrappen van de heffing die bedrijven betalen over de winst die zij aan hun aandeelhouders uitkeren, goed is voor het Nederlandse vestigingsbeleid. "En ik ga ervan uit dat we deze maatregel uit het regeerakkoord gewoon gaan uitvoeren."
Financiële dekking
Het kabinet-Rutte III ging er aanvankelijk vanuit dat de omstreden maatregel 1,4 miljard euro per jaar aan inkomsten zou schelen. Maar nu zeggen ingewijden dat het kan oplopen tot 2 miljard, waardoor minister Hoekstra van Financiën nog voor Prinsjesdag een oplossing moet zoeken voor het verschil van 600 miljoen euro.
Het kabinet wil de dividendbelasting op 1 januari 2020 afschaffen, maar dat staat aanstaande Prinsjesdag al in het Belastingplan van staatssecretaris Snel. Hij moet voor elke euro die de afschaffing van de dividendbelasting kost, financiële dekking vinden.
Prinsjesdag
Premier Rutte wilde niet op de berichtgeving ingaan, omdat hij niet vooruit wil lopen op de plannen die op Prinsjesdag worden gepresenteerd. Hij zei wel dat het kabinet op dit moment bezig is om de afspraken uit het regeerakkoord uit te voeren.
Het afschaffen van de dividendbelasting is omstreden omdat de maatregel vooral ten goede komt aan grote bedrijven en er geen bewijs is dat hierdoor meer bedrijven naar Nederland komen. De oppositie spreekt van een 'cadeautje voor multinationals'.