'Diagnose ernstig zieke ggz-patiënten vaak onjuist'
De Gelderse instelling voor geestelijke gezondheidszorg GGNet komt na een eigen onderzoek tot de conclusie dat een kwart van de diagnoses van haar ernstig zieke psychiatrische patiënten niet klopt. Ze bleken onjuist of verouderd, blijkt uit het augustusnummer van De Psychiater.
Voor het onderzoek werden de diagnoses van duizend patiënten opnieuw bekeken. Daaruit kwam naar voren dat bij 27 procent van de onderzochte patiënten de belangrijkste diagnose veranderd is. Bij 35 procent bleek de behandeling niet meer passend bij de gestelde diagnose en bij 51 procent kwamen nieuwe inzichten naar voren die voor de verdere behandeling belangrijk zijn.
Haast
Het onderzoek was een initiatief van GGNet-specialisten zelf. Ze vroegen zich af waarom behandelingen niet aanslaan. Naar nu gebleken is, werden bij de eerste diagnose zaken over het hoofd gezien die een succesvolle behandeling in de weg staan, zoals een verslaving, autisme of een trauma.
Ze kwamen ook bij evaluaties niet aan het licht, omdat die "met een zekere gehaastheid" werden uitgevoerd, zei GGNet-bestuurder Kees Lemke tegen De Psychiater. "Vanwege de enorme toestroom van patiënten én de dalende financiering nemen we minder tijd."
Er is nog een oorzaak waardoor behandelingen vaak niet aanslaan. Als herstel uitblijft, verliest de patiënt het vertrouwen in een goede afloop. "Dit pessimisme, dat overslaat op de behandelaar, wordt onderschat", zegt Lemke.
Landelijk probleem?
De vraag is natuurlijk of dit alleen in Gelderland speelt. Lemke laat zich daar niet heel duidelijk over uit. Maar op een voorjaarscongres met ggz-instellingen uit andere delen van het land gaf hij een presentatie. "Daarna was het doodstil", zei hij. "Een psychiater zei: 'Ik denk dat het klopt en ik schaam me kapot'."
De organisatie voor ggz-cliënten MIND Platform vindt de uitkomsten van het onderzoek schokkend. Directeur Marjan ter Avest gaat ervan uit dat bij instellingen in de rest van het land hetzelfde aan de hand is. "Daar kun je vergif op innemen dat het voor een grote groep patiënten geldt", zei ze in het NOS Radio 1 Journaal.
Ter Avest pleit voor meer tijd en minder haast bij het behandelen van deze groep ernstig zieke patiënten. Als herstel uitblijft moet vaker een second opinion worden overwogen. Ook hoopt ze dat ggz-instellingen elders in het land soortgelijk onderzoek gaan doen. Volgens De Psychiater heeft de Amsterdamse instelling Arkin al laten weten dat van plan te zijn.
Ontslag
Het onderzoek van GGNet had tot gevolg dat 165 patiënten naar huis konden. Van 40 van hen was al bekend dat ze eigenlijk geen hulp meer nodig hadden. Dat was hun alleen nog niet verteld. De rest was zodanig hersteld dat huisartsen en andere behandelaars de zorg konden overnemen.
Bij de patiënten van wie de diagnose werd bijgesteld, is de nieuwe behandeling in de meeste gevallen nog niet begonnen. Dat komt doordat er wachtlijsten zijn ontstaan, vooral voor trauma-behandeling. Daarvoor zijn zestig specialisten extra aangetrokken.
Ondertussen wordt een herdiagnose-project voor een nieuwe groep van duizend patiënten opgezet.