Rekenkamer: oneigenlijke druk op Rotterdamse ambtenaren
Rotterdamse ambtenaren ervaren soms oneigenlijke druk door bestuurders of leidinggevenden om procedures te overtreden, informatie achter te houden of relaties te bevoordelen, concludeert de Rekenkamer na onderzoek onder ambtenaren. Volgens het Rotterdamse college is hiervoor geen bewijs.
Rotterdam heeft 11.000 ambtenaren. De Rotterdamse Rekenkamer deed onderzoek onder medewerkers vanaf schaal 10. Op basis van een enquête onder deze ambtenaren vermoedt de Rekenkamer dat 7 procent van hen in de afgelopen twee collegeperiodes te maken heeft gehad met oneigenlijke politiek-bestuurlijke druk.
De druk komt niet alleen direct door politici, maar ook van leidinggevenden. Die handelen soms in opdracht van de bestuurders, soms ook op eigen initiatief. Het gaat volgens de Rekenkamer met name over het achterhouden of manipuleren van informatie.
Subsidies en uitkeringen
Het probleem zou vooral spelen bij de gebiedscommissies, die voor bepaalde wijken adviezen geven aan het stadsbestuur. In vergelijking tot ambtenaren die voor een wethouder werken melden medewerkers van de gemeente die vaak contact hebben met leden van gebiedscommissies meer dan twee keer zo veel druk als gemiddeld. Ambtenaren bij afdelingen die veel te maken hebben met het verstrekken van subsidies of uitkeringen ervaren ook meer druk dan gemiddeld.
Er wordt een sterk hiërarchische stijl van leidinggeven ervaren waarbij het geven van tegendruk niet gewenst is.
Ambtenaren zeggen dat ze oneigenlijke druk zouden melden, maar als puntje bij paaltje komt doen ze dit toch niet, stelt de Rekenkamer. Ze hebben geen vertrouwen in het nut en hebben ook het gevoel dat ze niet voldoende worden beschermd.
"Dit hangt samen met een breder probleem; namelijk dat er een sterk hiërarchische stijl van leidinggeven wordt ervaren waarbij het geven van tegendruk niet gewenst is", aldus de Rekenkamer.
Een doorvertaling naar het hele ambtenarenapparaat is te kort door de bocht.
Het college heeft forse kritiek op de conclusies van de Rekenkamer. Die zijn volgens het college gebaseerd op een "relatief gering deel van de medewerkers" en geven "geen representatief beeld".
Het onderzoek levert geen bewijs dat er oneigenlijke druk wordt uitgeoefend op ambtenaren, stelt het college in een reactie. Maar hoewel bewijs ontbreekt, acht ook het college het waarschijnlijk dat dit fenomeen in de Rotterdamse organisatie voorkomt.
"Het onderzoek is een goede poging om de omvang ervan in beeld te brengen, maar een doorvertaling naar het hele ambtenarenapparaat is te kort door de bocht", aldus het college. In ieder geval toont het rapport aan dat het fenomeen niet wijdverbreid is, concludeert het Rotterdamse college fijntjes.