Borstreconstructie met eigen vet is veilig
Goed nieuws voor vrouwen die door borstkanker een gedeeltelijke of volledige borstamputatie hebben ondergaan: uit promotieonderzoek blijkt dat een borstreconstructie met eigen vetcellen van de vrouw een veilige behandeling is.
De techniek van borstreconstructie met lichaamseigen vet heet lipofilling. Die vetcellen worden verkregen met behulp van liposuctie, een methode waarbij een plastisch chirurg onderhuids vetweefsel wegzuigt uit bijvoorbeeld buik of bovenbenen. De vetcellen worden geïnjecteerd in de beschadigde borst of op de plaats van de verwijderde borst. Het vetweefsel dat ontstaat na lipofilling, groeit in het lichaam verder en zorgt zo voor een blijvend resultaat.
Dat ziet er dus zo uit:
Uit onderzoek waarop Todor Krastev is gepromoveerd aan het Maastricht UMC+, blijkt dat deze techniek veilig is.
Krastev voerde een meta-analyse uit waarin hij alle beschikbare onderzoeken over lipofilling na borstkanker tegen het licht heeft gehouden. Uit die studie blijkt dat borstkanker bij patiënten die lipofilling hebben gehad, niet vaker terugkeert dan bij patiënten die geen lipofilling kregen.
Verslaggever Kysia Hekster sprak met Krastev:
Tot nu toe was er nog geen zekerheid over de veiligheid van de behandeling. De vrees bestond dat die mogelijk zelfs zou leiden tot terugkeer van de borstkanker. Met de vetcellen worden ook veel stamcellen verplaatst, die voor weefselherstel en genezing zorgen. Maar die zouden mogelijk ook overgebleven 'slapende' tumorcellen kunnen activeren en zo de borstkanker weer laten terugkeren.
Die vrees blijkt dus ongegrond. Krastevs studie is gepubliceerd in het vooraanstaande tijdschrift British Journal of Surgery.
Voor patiënten is lipofilling minder risicovol dan bijvoorbeeld het inbrengen van een siliconenimplantaat. Zo'n lichaamsvreemd implantaat geeft een klein risico op ontstekingen en lekkages.
Bovendien moeten ze soms vervangen worden en dan is een nieuwe ingreep nodig. Bij het inbrengen van siliconenimplantaten blijven ook altijd deukjes over in de borst die alleen met lipofilling weggewerkt kunnen worden.
Vergoeding
In veel landen wordt lipofilling steeds vaker toegepast. In Nederland kunnen vrouwen van wie een borst met lipofilling behandeld is, sinds eind 2016 onder strikte voorwaarden de behandeling vergoed krijgen uit de basisverzekering. "Het moet dan gaan om kleine tot middelgrote deuken in borsten die zichtbaar zijn in het décolleté", zegt Krastev.
"Zodra de beschadigingen in het gebied vallen dat bedekt wordt door de beha, dan wordt lipofilling niet vergoed. Hoewel een deuk aan de onderkant van een borst door vrouwen soms ook als verminkend kan worden ervaren", zegt hij. De strikte voorwaarden voor vergoeding hebben als gevolg dat veel vrouwen die niet aan die criteria voldoen daardoor lipofilling mislopen. Voor kleinere beschadigingen aan borsten is lipofilling de enige beschikbare techniek.
De Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie (NVPC) en de Borstkanker Vereniging Nederland (BVN) hopen dat Krastevs onderzoek ervoor gaat zorgen dat gedeeltelijke borstreconstructie met lipofilling nu volledig vergoed gaat worden vanuit het basispakket. Daar pleiten beide verenigingen al langer voor.
Totale borstreconstructie met lipofilling
Behalve met onderzoek naar de effectiviteit en veiligheid van lipofilling voor herstel van kleinere deuken in borsten, is Krastev ook bezig met de BREAST-trial, een onderzoek in vijf ziekenhuizen naar het reconstrueren van hele borsten met lipofilling. "We weten al dat het kan en dat het wat betreft de kans op terugkeer van de borstkanker veilig is. Nu moeten we nog te weten komen of het ook praktisch haalbaar en kosteneffectief is."
De meest bekende en toegepaste methode voor complete borstreconstructie met lichaamseigen materiaal is op dit moment de DIEP-lap methode, ook wel bekend als DIEP-flap. Daarbij wordt de hele borst gereconstrueerd met eigen weefsel. In een urenlange operatie wordt eerst buikweefsel verwijderd waarvan vervolgens een nieuwe borst wordt gemaakt.
Een borstreconstructie met een siliconenimplantaat kan in principe tegelijk met het verwijderen van een borst gebeuren.