Steden worstelen met kapsalon zonder kapper en dichtgeplakte supermarkt
Jozephine Trehy
Verslaggever NOS Radio 1 Journaal
Jozephine Trehy
Verslaggever NOS Radio 1 Journaal
Een belwinkel, een kapsalon waar nooit klanten komen of een schimmige horecazaak. Het kunnen indicaties zijn van georganiseerde criminaliteit. Criminelen gebruiken winkels als dekmantel voor witwassen, heling, drugshandel of illegaal gokken. Gemeenten worstelen met de aanpak van dit soort straten omdat alles achter de gevel van de winkels gebeurt.
Criminologe Shanna Mehlbaum deed in opdracht van het onderzoekprogramma Politie & Wetenschap onderzoek naar beruchte straten om politie en gemeenten te adviseren. Drie straten in Nederland waar vermoedens waren van georganiseerde criminaliteit zijn onder de loep genomen. Het gaat over het soort straten waarvan iedereen een gevoel heeft 'hier klopt iets niet'. De straten blijven anoniem om herkenbaarheid van bewoners en ondernemers te voorkomen.
In een positieve omgeving wordt het onveiliger voor criminelen.
Het aanpakken van louche straten is bevorderend voor de sociale cohesie in een buurt. "Zo nemen mensen weer verantwoordelijkheid voor hun straat. Dat ze het samen weer een leuke winkelstraat maken. In een positieve omgeving wordt het onveiliger voor criminelen. Want in een omgeving met leuke ondernemers gaan zij juist opvallen", legt Mehlbaum uit.
Zo zou in een typische louche straat niet alleen stadsvernieuwing en een ander vestigingsbeleid worden toegepast. Je zou ook kunnen denken aan initiatieven samen met buurtbewoners en de ondernemersvereniging, zeggen de onderzoekers.
De burgers kunnen een belangrijke schakel zijn in de aanpak van de straten, zegt winkelstraatmanager Nel de Jager. "Als de inwoners zich betrokken voelen bij de straat, is er veel minder kans op concentratie van criminaliteit. Als niemand denkt 'dat is ook mijn pakkie an', dan gebeurt er niets. Zorg dat mensen zich verantwoordelijk gaan voelen in de omgeving", zegt De Jager in het NOS Radio 1 Journaal.
Want voor de politie en de gemeente is een werkende aanpak vinden ingewikkeld. "Je moet echt nader onderzoek doen, daar heb je de recherche voor nodig, maar die werken niet gebiedsgericht naar een locatie, maar echt persoonsgericht." De wijkagent loopt wel iedere dag door de straat, zegt Mehlbaum, maar die zit weer niet bij de recherche. "Gemeenten hebben ook informatie van de belasting nodig. Die gezamenlijke inspanning is lastig te organiseren."
"We hebben in ons onderzoek ook kapperszaken gezien waar bijvoorbeeld maar één kappersstoel staat of waar buurtbewoners binnenstapten en toen bleek er helemaal geen kapper te zijn. Er komen geen klanten, maar in de boeken lijkt het alsof ze veel omzet hebben. Zo kun je crimineel geld legaal maken."
Je vraagt je af hoe ze geld verdienen aangezien er nooit klanten binnen zijn.
Wat nu vaak gebeurt is dat individuele ondernemers worden aangepakt. Vergunningen worden ingetrokken en winkels worden gesloten. Volgens de onderzoekers is dat niet de oplossing. Criminoloog Mehlbaum pleit voor een andere benadering: "Natuurlijk kun je je richten op één zo'n kapperszaak, maar het is beter om te kijken waarom zo'n straat interessant is voor criminelen. Je kunt wel de poppetjes weghalen, maar er komen toch weer nieuwe criminelen in."
Een buurtbewoonster herkent de verhalen. "Er zitten wel veel shady zaakjes hier, ja." Ze wijst naar een wasserette op de hoek. "Ze wisselen om de drie maanden van eigenaar en je vraagt je af hoe ze geld verdienen aangezien er nooit klanten binnen zijn. Al moet ik zeggen dat ik er zelf geen last van heb als buurtbewoner."
Volgens Mehlbaum zijn er ook buurtbewoners die er wel veel last van hebben. "Als je naast iemand woont die dealt vanuit zijn huis is dat heel vervelend. Of als er veel foute figuren op straat staan bij een horeca-onderneming: je durft ze eigenlijk niet aan te spreken en als je het wel doet krijg je een grote mond terug. Dat zien we ook."