'Handgranaten verwacht je in een oorlog, niet in de horeca'
Handgranaten voor de deur. Kogelgaten in de pui. Dreigende teksten op de deur. De een wordt afgeperst, de ander heeft geen flauw idee wat er aan de hand is.
De afgelopen tijd lijken steeds meer eigenaren van cafés en clubs te maken te krijgen met wapengeweld. Drie horecaondernemers vertellen hoe ze de dupe werden van criminelen.
Ibrahim Yüce, eigenaar van Club Blu in Rotterdam
"Een tijd geleden is een groepje bezoekers die zich heel vervelend gedroegen door onze beveiliging uit de club gezet. Tegen twee van hen heb ik op verzoek van de politie aangifte gedaan.
De politie heeft de telefoon van een van hen in beslag genomen op verdenking van horecageweld. Later werd hij op basis van gegevens in die telefoon veroordeeld voor een liquidatie. Kort daarna werd ik afgeperst. Ik heb berichtjes gehad: of je gaat betalen of we zorgen dat je zaak dichtgaat.
Ik heb hulp gevraagd aan de politie. Ik heb laten weten dat ik verwacht dat de afpersers wat gaan doen, dat ze net als bij Club Abe in Amsterdam een handgranaat op de deur plakken of dat ze op de club gaan schieten op een dag dat we gesloten zijn.
Kort daarna lag er inderdaad een handgranaat voor de deur en werd er een vuurwerkbom afgestoken. Later die maand spoten ze 'oorlog' op de deur.
'Ik denk echt dat ze hierna misschien een poging wagen de club in de fik te steken', zei ik tegen de politie. Nog een dag later werd op de entree geschoten. Toen is mijn zaak bijna zes maanden gesloten door de burgemeester.
De criminelen die dit hebben gedaan, zijn nog niet opgepakt, dus volgens de gemeente kon de veiligheid niet worden gegarandeerd. Maar ik kan toch niet de dupe zijn dat het politieonderzoek zo lang duurt?
Ik word aan mijn lot over gelaten. Als ik geen aangifte had gedaan, had ik geen problemen gehad. De overheid wil dat je meewerkt met het aangeven van criminelen, maar als een crimineel verhaal bij je komt halen, geven ze opeens niet thuis.
Gelukkig heb ik donderdag bericht gekregen van de rechtbank dat ik weer open mag. De rechter vindt ook dat de gemeente meer had kunnen doen en dat de verantwoordelijkheid niet alleen bij mij ligt. Dus daar ben ik blij mee. Al ga ik nog niet meteen open, want ik ben nog bezig met extra veiligheidsmaatregelen."
Sytse Tamminga, eigenaar van café Het Dak van de Markt in Veenendaal
"Ik werd gebeld door een collega. Toen ik aankwam zag ik dat er elf kogelgaten in de pui zaten. Op de camerabeelden zagen we hoe iemand met een capuchontrui mijn zaak onder vuur neemt. Ik heb werkelijk geen idee waarom en heb ook nooit een bericht gekregen.
Het grote voordeel bij ons is dat het eenmalig is geweest. Ik mocht daarom redelijk snel weer open, na zeven dagen. De gemeente heeft daar goed in meegewerkt.
Het voelt onrechtvaardig, dat je als ondernemer dicht moet terwijl je er ook niets aan kunt doen. Dat is namelijk het fnuikende: het is een effectief middel. Het lijkt wel alsof degene die het doet er baat bij heeft.
Ik weet totaal niet waar het vandaan komt, de schietpartij. Ik heb alle mogelijke scenario's doorgenomen, maar ik weet het echt niet. We hebben geen enkel signaal ontvangen. Dat maakt het ook lastig om er op te reageren. Ik kan moeilijk iedere nacht voor de deur gaan liggen.
Dat maakt dat er een mate van onzekerheid heerst. Bij herhaling moet je waarschijnlijk lange tijd dicht. Dat zou voor mij het einde betekenen. Een half jaar sluiten en het is klaar."
Rozemarijn Cucovic, zaakwaarnemer van bar Suzy Wong in Amsterdam
"Nooit gedacht dat ik in mijn leven ooit met handgranaten te maken zou krijgen. Dat verwacht je in een oorlogssituatie, niet als horecaondernemer in Amsterdam.
We waren nog maar net begonnen, in december en toen kregen we een handgranaat voor de deur. Dan denk je: misschien is het een vergissing. Maar toen het in maart nog een keer gebeurde, wisten we dat het echt voor Suzy Wong bedoeld was.
Je denkt dat je daarna wel door de overheid beschermd zal worden, maar dat is niet zo. Wij hebben geen idee waar het vandaan komt. De politie zegt dat het een waarschuwing aan ons adres is, maar we weten niet waarom. Het kan iedereen zijn: een concurrent, een boze klant.
Het wordt criminelen wel heel makkelijk gemaakt. Je schijnt zo'n handgranaat te kopen voor vijftig euro, schakelt een jongetje in om 'm neer te leggen, dat zal ook niet duur zijn. Zo pak je een ondernemer, want die moet sluiten.
Als ik voorheen zo'n bericht over handgranaten in de krant las, dacht ik ook: daar zal wel iets mis zijn. Het raakt mij wel, dat ik dat ook steeds hoor. De meeste horecaondernemers zijn gepassioneerde mensen die hard werken voor hun geld. Het kan iedereen overkomen, weet ik nu. Straks misschien ook de bakker of de tandarts.
Toen we dicht moesten, vroeg de gemeente aan ons: 'wat gaan jullie doen om dit te voorkomen?' Maar zelf hebben ze helemaal niets ondernomen. De verantwoordelijkheid wordt helemaal bij ons gelegd. Wij voelen ons enorm in de steek gelaten."