Werkgevers en bonden willen AOW-leeftijd langzamer laten stijgen
Werknemers en werkgevers hebben overeenstemming over het later verhogen van de AOW-leeftijd. Wat beide partijen betreft gaat die niet in 2021, maar pas in 2025 naar 67 jaar. Dat staat in een voorstel voor een nieuw pensioenstelsel, dat bij minister Koolmees op tafel ligt.
De Telegraaf schrijft vandaag over het uitgelekte voorstel, dat de krant een "concept-pensioenakkoord" noemt. Daarin staat ook dat er een verplichte pensioenverzekering voor zzp'ers komt.
In een reactie benadrukken werkgevers en werknemers dat van een pensioenakkoord nog geen sprake is, en dat er nog volop wordt onderhandeld. "Het stuk is een tussenstand", zegt een bron, "maar er wordt wel vaart gemaakt." Een andere bron meldt dat er inmiddels een aangepast concept op de onderhandelingstafel ligt.
De vakbonden en werkgevers praten al jaren met de Sociaal-Economische Raad over een nieuw pensioenstelsel en zzp-pensioen. Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid had de partijen opgeroepen om voor 1 april met een overeenkomst te komen, maar dat lukte niet. Daarom kregen de betrokken partijen extra tijd van Koolmees.
Samenhang
Betrokkenen benadrukken dat de samenhang tussen verschillende onderdelen van een nieuw stelsel groot is en het uitwerken van details belangrijk. Zo hebben bijvoorbeeld de voorwaarden waaronder zzp'ers wordt verplicht deel te nemen aan het pensioenstelsel grote invloed op het aanpassen van de doorsneepremie.
De doorsneepremie die nu geldt, is ongunstig voor jongere deelnemers aan een pensioenfonds (zij betalen te veel) en gunstig voor oudere deelnemers. Het kabinet wil graag af van de doorsneepremie.
Solidariteit
De onderhandelaars over een nieuw pensioenstelsel moeten het ook eens worden over de mate waarin het nieuwe pensioenstelsel is gebaseerd op solidariteit. Gaat de pensioeninleg bij een fonds in één pot of bouwen we straks allemaal eigen spaarpotjes op? Tussen deze twee uitersten liggen veel varianten met allemaal verschillende voor- en nadelen voor de mensen die door de onderhandelaars worden vertegenwoordigd.
Als er een akkoord komt tussen werkgevers en vakbonden, bevat dat een rekening voor het kabinet. Zo kost een minder snelle verhoging van de AOW-leeftijd het kabinet geld, net als het treffen van voorzieningen om meer mensen eerder te kunnen laten stoppen met werken.