Spotgoedkoop in monumentale panden wonen is er straks niet meer bij
Huren voor de prijs van een sociale huurwoning én toch in een monumentaal complex wonen. Dat kan nog in Nederland, maar voor hoelang? Woningcorporaties willen namelijk vaak van de gebouwen af.
Veel bewoners van zulke panden maken zich intussen zorgen. Janneke Noordermeer en Mia Prins bijvoorbeeld. Zij wonen in het Pepergasthuis, een hofje in Groningen dat is gesticht in de 15e eeuw. Het is een rustpunt midden in het centrum, met 29 woningen, een klein kerkje en een pomp.
Noordermeer woont er sinds 1990. "Het is hier prachtig" zegt ze, "Iedere ochtend als ik uit het raam kijk, denk ik: ja, dit is thuiskomen." Prins is ook al jarenlang bewoner van het gasthuis. Ze zegt dat ze in het hofje nog altijd de sfeer proeft van de voorbije eeuwen. "Geen steen is hier hetzelfde, alles meandert en golft. "Ik ben bang dat het hofje in handen valt van het kapitaal. En dan gaat die schoonheid verloren."
Toch gaat het complex in de verkoop. "Het is een middeleeuws complex," legt Eefje Keuper van woningcorporatie Lefier uit, "en dat maakt het duur in onderhoud. Je zit ook nog eens vast aan allerlei regels vanuit de Monumentenwet, dus het is moeilijk duurzaam te maken." Denk bijvoorbeeld aan dubbel glas aanbrengen, "dan verandert de uitstraling van zo'n middeleeuws pand dus dat mag niet."
Corporatie Lefier wil steeds meer woningen duurzaam maken. "Het liefst willen we naar 0 op de meter: zo min mogelijk energiekosten zodat we de huur ook laag kunnen houden." En dus worden de panden te duur en gaan ze in de verkoop.
Corporaties worstelen
"Woningcorporaties zitten klem," legt Floris Lazrak uit. Hij is verbonden aan de VU en heeft onderzocht hoe corporaties omgaan met hun monumentale panden die verhuurd worden in de sociale sector.
"Sinds de Woningwet uit 2015 moeten corporaties zich richten op hun kerntaak: huisvesting verzorgen voor mensen met de laagste inkomens. En daar hoort het dure beheer en onderhoud van monumentale panden niet bij. Maar tegelijkertijd vinden zij het heel belangrijk dat ook mensen met een laag inkomen in erfgoed kunnen wonen en niet alleen de rijken."
Vorig jaar werden in één keer 150 monumentale panden in Utrecht en Amersfoort verkocht door twee woningcorporaties. Ook zij deden dat omdat zij zich volgens de nieuwe wet bij hun kerntaak moeten houden.
Ook Aedes, de vereniging van woningcorporaties, ziet sommige corporaties worstelen met de vraag hoe ze met dit soort panden moeten omgaan. Woordvoerster Marlies Kolthof: "Past zo'n hofje nog wel bij de kerntaak van een woningcorporatie? Zo'n hofje heeft ook een kerk, dat is geen woonruimte en het onderhoud aan dit soort panden is duur."
Mix in de wijk
Toch gaan niet alle monumentale panden waar sociale huurders in zitten van de hand. Corporaties die het financieel wat ruimer hebben, kunnen hun panden wel behouden, geeft Lazrak aan. Zoals woningcorporatie Vivare in Arnhem. "We vinden het belangrijk dat die monumentale panden beschikbaar blijven voor mensen met weinig geld. En daarnaast zorgt dit voor een goeie mix in de wijk."
De huurders die op dit moment een woning huren in het hofje in Groningen hoeven zich geen zorgen te maken, zegt Lefier. Zij hebben immers huurbescherming. "Maar als zij eruit gaan kan het een heel ander verhaal worden," voegt Eefje Keufer toe. Een nieuwe eigenaar kan er dan voor kiezen om de huurprijs te verhogen of de panden te verkopen."
Toch is Jan Pranger, bewoner van het Pepergasthuis in Groningen, positief over de aanstaande verkoop. Hij is onder voorwaarden geen tegenstander. "We hebben hier blokverwarming. Met een centrale ketel. Dat is heel kostbaar. Er zit hier en daar asbest in de daken. Er moet geïsoleerd worden. Maar isolatie van een monument zoals dit is heel kostbaar."
Ook meent hij dat de kerk en de historische eetzaal veel beter gebruikt zouden kunnen worden. "Commerciëler, zonder dat het karakter van het hofje geweld wordt aangedaan. Begrijp me goed, ik woon hier met heel veel plezier. En wil graag dat de sfeer behouden blijft. En ik zeg altijd: als ik wegga dan verlaat ik het Pepergasthuis horizontaal."
De gemeente Groningen is niet blij met de verkoop van het complex. "Wij willen juist dat verschillende bevolkingsgroepen naast en met elkaar kunnen leven, legt wethouder Roeland van der Schaaf uit. "In de binnenstad zal het de komende jaren nog moeilijker worden om sociale huur te realiseren, dus we willen koesteren wat er al is."
De gemeente hoeft in ieder geval niet bang te zijn dat het monumentale pand drastisch verandert als er een nieuwe eigenaar is. Het heeft een monumentenstatus en daar mag je nu eenmaal niet zomaar een sloopkogel tegenaan gooien. Ook hebben ze met de corporatie afgesproken dat het hofje en de kapel openbaar blijven zodat iedereen ervan kan blijven genieten.