'Hulp aan oorlogsvluchteling met trauma moet beter'
Veel gemeenten hebben geen idee hoe ze vluchtelingen met psychische problemen moeten begeleiden. Met name op het gebied van preventie gebeurt er onvoldoende. Dat stelt Arq, een expertgroep op het gebied van psychotrauma's.
De deskundigen zeggen dat de vluchtelingen beter geholpen kunnen worden als het beleid centraal wordt vastgesteld.
Het gaat om mensen uit oorlogsgebieden. Tot ze in Nederland kwamen, waren ze bezig alleen maar bezig met 'overleven'. Maar spookbeelden uit het verleden doemen soms op als vluchtelingen zich in een gemeente hebben gesetteld. Problemen die ontstaan zijn slapeloosheid, nachtmerries en bedplassen. Ook schrikken oorlogsvluchtelingen van bepaalde geluiden.
Zolang vluchtelingen in een asielzoekerscentrum wonen, kunnen ze makkelijk een beroep doen op de huisartsen die daar spreekuur houden. Ook is er psychische hulp beschikbaar die wordt vergoed.
Maar eenmaal buiten het asielzoekerscentrum, moeten de vluchtelingen zelf hun weg vinden in de Nederlandse maatschappij, al kunnen ze nog wel een tijdje een beroep doen op vrijwilligers van bijvoorbeeld Vluchtelingenwerk
Posttraumatische stress
Zelf de juiste weg vinden is lastig voor vluchtelingen, doordat ze de taal nog niet spreken en geen idee hebben hoe de Nederlandse gezondheidszorg werkt, zegt Larissa van Beek, coördinator van Arq. Maatregelen zijn nodig om te voorkomen dat zij een posttraumatische stresstoornis (PTSS) ontwikkelen, vindt Van Beek.
"Vluchtelingen hebben veel meegemaakt, in een oorlog en op de gevaarlijke vlucht naar Nederland. Maar eenmaal in Nederland zijn de zorgen niet voorbij", zegt Van Beek. "Veel statushouders ervaren stress door de moeilijke omstandigheden waaronder achtergebleven familie leeft in het land van herkomst."
Arq heeft voor deze mensen speciale trainingen ontwikkeld; zogenoemde Mind-Spring-trainingen. Ze zijn ook bedoeld om op tijd te signaleren of een statushouder psychische problemen heeft. Een psycholoog geeft de trainingen, samen met een ervaringsdeskundige uit een oorlogsgebied.
Rekening houden met cultuur
Een van hen is Lucy Issa (34). Zij vluchtte zelf ook uit Syrië. Volgens haar zijn de mensen van huis uit niet gewend om hulp te vragen bij psychische problemen. Ze zijn dan ook lastig te bereiken voor hulpverleners. "Je kunt dat het beste doen met landgenoten in de eigen taal, rekening houdend met de eigen cultuur. Zij kunnen uitleggen welke hulp in Nederland mogelijk is", zegt Issa.
Het cultuurverschil bij het vragen naar hulp ziet ook Larissa van Beek. "Als er wel tijdig gesignaleerd wordt of iemand problemen heeft, dan ontbreekt nogal eens de doorverwijzing naar psychologen die de cultuur van de vluchtelingen kennen", zegt Van Beek. Ook daar zijn volgens haar trainingen voor nodig.