Sierd de Vos begrijpt Spaans succes: ze hebben het meeste voetbalverstand
Hoe vaak won een niet-Spaanse club in de afgelopen vijf jaar de Champions League of de Europa League? Het antwoord: één keer.
Als Real Madrid vanavond voor het derde jaar op rij de Champions League wint, zijn er van de laatste tien Europese clubfinales maar liefst negen gewonnen door een Spaanse club.
Alleen Manchester United zorgde voor een krasje in de Spaanse hegemonie: vorig seizoen werd Ajax verslagen in de Europa League-finale. Hoe komt het toch dat Spanje zo dominant is?
Sierd de Vos komt al decennia in de Spaanse stadions en heeft een verklaring. "In Spanje wordt harder getraind dan elders", zegt de kleurrijke commentator. "En bovenal hebben ze het meeste voetbalverstand."
"Veel Nederlandse trainers zijn het niet met mij eens, maar Phillip Cocu en Frank de Boer wel: in Spanje trainen ze harder", benadrukt 'El Sierd'. "Als je niet mee kan komen, val je af."
Maar belangrijker is dat op bestuurlijk niveau nergens zo veel voetbalverstand verzameld is als in Spanje, meent De Vos. "Er zijn goede technisch directeuren, die bij hun clubs al complete schaduwelftallen klaar hebben staan. Dat maakt de competitie zo goed, net als de scouting en de opleiding. Kijk naar de Spaanse jeugdelftallen, ook die zijn dominant."
Voetbalverstand op bestuurlijk niveau, dat is essentieel voor succes op topniveau. De Vos geeft Riemer van der Velde en Nol Hendriks als Nederlandse voorbeelden.
"Met hen waren Heerenveen en Roda er een stuk beter aan toe dan nu. Hendriks zat op een vissersstoeltje te scouten in België en Riemer ging met zijn vrouw naar Scandinavië. Deels liefhebberij, maar het was vooral verstand."
In Engeland regeert volgens De Vos meer de waan van de dag, in Spanje wordt echt gekeken of een speler bij de club past.
Bij Real Madrid is de gewezen goalgetter Emilio Butragueño al jaren daarvoor verantwoordelijk. José Luis Caminero, vermaard aanvaller in de jaren negentig doet het bij Atlético Madrid.
Bij Barcelona zorgt de 29-voudig Spaans international Roberto Fernández voor het technische beleid. Een van zijn voorgangers, Txiki Begiristain, is nu al jaren de technische man bij Manchester City.
Monchi was de beste
De beste technisch directeur werkt nu echter in Italië, aldus De Vos. "Monchi was de beste technisch directeur van Spanje, hij ging echter vorig jaar van Sevilla naar AS Roma", vertelt De Vos. "Hij was ooit reservekeeper van Sevilla en onder zijn leiding won de club drie keer de Europa League. En nu komt ook Roma ver in Europa, dat is geen toeval."
Vaak zijn het voetballers die niet in de spotlights stonden, die een belangrijk technische functie vervullen bij de clubs.
Mede door de komst van Monchi, zoals de bijnaam van Ramón Rodríguez Verdejo luidt, voorspelt De Vos dat het gevaar de komende jaren niet van Manchester City of Paris Saint-Germain komt, maar uit Italië.
Italië profiteert van Spanje
"Let op mijn woorden. Er is namelijk nog iets dat speelt." Dat zit volgens de commentator zo: "Rijkdom wordt in het voetbal bepaald door televisiegelden. In Spanje is Javier Tebas een genie op marketinggebied. Hij liet Real-Barcelona om 13.00 uur spelen op zaterdag, zodat de sjeik en de sultan ook mee konden kijken. En vergeet de nieuwe markt in Azië niet."
Ook al is de voorzitter van La Liga niet onomstreden - hij kwam meer dan eens in opspraak vanwege zijn rechtse politieke ideeën en zijn harde opstelling ten opzichte van de Catalaanse onafhankelijkheid -, niemand twijfelt aan zijn kwaliteiten als moneymaker.
En daar gaat het Italiaanse voetbal nu van profiteren, denkt De Vos."Nou, Tebas is door de Serie A gevraagd om met zijn winkeltje naar Italië te komen om het oude economische stelsel daar aan te pakken en dat gaat hij doen. Ook in Italië zit veel voetbalverstand. Ze zijn nu over alle omkoopschandalen heen. Juventus en Roma zijn al opgestaan en Inter komt eraan."