Kolonel uit Tachtigjarige Oorlog herbegraven met militaire eer
Lambert Teuwissen
redacteur Online
Lambert Teuwissen
redacteur Online
Bijna vier eeuwen na zijn dood en anderhalf jaar nadat zijn graf door een lange reeks van toevalligheden werd herontdekt, zal Schelte van Aysma zijn eeuwige rust hervinden. Defensie en het Friese plaatsje Schettens betonen de commandant uit de Tachtigjarige Oorlog vanmiddag opnieuw alle egards.
De Friese held zal met militaire eer naar zijn gerestaureerde graf worden gebracht. Een afvaardiging van zijn eigen Johan Willem Friso-regiment begeleidt de voormalig commandant op een affuit, samen met twee trompettisten en vier drummers. De resten liggen in een kopie van zijn oorspronkelijke lijkkist, het ijzerbeslag is gemaakt van omgesmolten resten van het origineel.
"Dit is een unieke gebeurtenis", zegt een woordvoerder van Defensie. "Meestal zijn herbegrafenissen voor slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog. Dat het nu iemand uit de Gouden Eeuw is, is een unicum. Bovendien gaat het om een kolonel, terwijl we meestal minder hoge rangen zien, van soldaat tot luitenant."
In de loop der eeuwen werd Van Aysma grotendeels vergeten. De familie trok weg, zijn stins ging verloren, het graf verdween uit beeld. Alleen zijn helm bleef generaties lang hangen in de kerk van het dorpje bij Bolsward, uit gewoonte. Pas in 2015 had conservator Jeroen Punt van het Nationaal Militair Museum door dat het om een uniek exemplaar ging.
Punt had een vaag plaatje van de helm op internet gevonden toen hij bezig was met onderzoek naar 17e-eeuwse helmen. Na een bezoek aan Friesland in 2015 concludeerde hij dat het om een uniek exemplaar moest gaan: van deze vorm was geen enkel ander exemplaar bewaard gebleven. Het metalen hoofddeksel wordt gezien als een topstuk en verhuisde naar het museum.
Ingestort
Geprikkeld door de vondst ging amateur-historicus André Buwalda in Schettens op zoek naar meer informatie over Van Aysma. Al snel ontdekte men daar zijn grafsteen onder de kerkvloer. Dat Van Aysma trots was geweest op zijn helm was duidelijk: een afbeelding prijkt prominent op zijn steen. Toen de steen gelicht werd, bleek de grafkelder van drie bij drie meter deels ingestort, maar er waren nog resten te vinden: mogelijk Van Aysma en zijn familie.
Hoewel de botten eeuwenlang beschimmeld in de bedompte ruimte hadden gelegen, lukte het om uit vier van de vijf schedels een dna-monster te halen. Samen met archiefonderzoek konden zo de familiebanden tussen de overledenen worden aangetoond. Naar alle waarschijnlijkheid gaat het om Van Aysma en zijn vrouw, twee schoonzoons en een kleindochter.
Bovendien kon een afstammeling van Van Aysma worden opgespoord: hiermee kon definitief bewezen worden dat de resten van Van Aysma ertussen zaten. De 73-jarige Frans Lauta van Aysma uit Apeldoorn loopt vanmiddag mee in de rouwstoet van zijn verre voorouders.
Punt, Buwalda en Schettens zijn ook na de herbegrafenis nog niet klaar met Van Aysma: er wordt binnenkort uitgebreid aandacht aan hem besteed in het NMM in een tentoonstelling over de Tachtigjarige Oorlog. Daar zal ook een gezichtsreconstructie te zien zijn die op basis van de gevonden schedel kon worden gemaakt.