Het gaat beter met de acceptatie van de lhbt-gemeenschap in Nederland. Nederlanders denken positiever over lesbiennes, homo's, biseksuelen en transgenders dan tien jaar geleden, blijkt uit nieuwe cijfers van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP).
"Er is de afgelopen tien jaar veel veranderd. In het algemeen, maar ook bij groepen waar het vroeger moeilijk lag", zegt Lisette Kuyper, onderzoeker bij het SCP. "Dat geldt voor algemene stellingen over acceptatie, maar ook over bijvoorbeeld het homohuwelijk. Daar staan mensen nu positiever tegenover dan tien jaar geleden."
Hoe zit het precies met de acceptatie? We leggen het hieronder uit in een video:
In 2006 was iets meer dan de helft van de Nederlanders positief over homo- en biseksuelen. Dat is in 2017 gestegen naar bijna driekwart. Het percentage dat negatief over homo's en bi's denkt, daalde van 15 procent naar 6 procent.
Ook over transgenders denken Nederlanders over het algemeen positiever dan in 2012, toen het SCP voor het eerst de opvattingen over die groep onderzocht. 57 procent van de Nederlanders staat positief tegenover transgenders, vijf jaar eerder was dat 45 procent.
De groepen die volgens het SCP over het algemeen wat minder tolerant zijn, zijn de afgelopen tien jaar ook toleranter geworden. De groepen die minstens twee keer zo negatief denken over lhbt'ers als de algemene Nederlandse bevolking zijn protestanten, mensen met een niet-westerse migratie-achtergrond en mensen van 'overige religies'. Volgens het SCP is de steekproef te klein om die laatste twee groepen specifieker te splitsen.
Andere groepen die negatiever naar lhbt'ers kijken, zijn mannen, ouderen, dorpsbewoners en stemmers op christelijke partijen. Waar Nederlanders relatief meer moeite mee hebben, zijn twee mannen die publiekelijk met elkaar zoenen of hand in hand lopen. "Als het over zichtbaarheid van lhbt'ers gaat, ligt het moeilijker", zegt Kuyper. "Ook daar zijn mensen positiever over, maar daar hebben mensen relatief wel meer moeite mee. Ook als je het bijvoorbeeld vergelijkt met het homohuwelijk."
Ik wil een land waar lhbt'ers zichtbaar zichzelf kunnen zijn.
Belangenorganisatie COC voor lhbt'ers, is aan de ene kant blij met de uitkomsten van het rapport, maar ziet ook ruimte voor verbetering. "Het is hartstikke mooi dat zo veel mensen positief zijn", zegt COC-voorzitter Tanja Ineke. "Maar ik wil een land waar lhbt'ers zichtbaar zichzelf kunnen zijn. Waar je elkaar kunt zoenen of hand in hand over straat kunt zonder bang te zijn. Waar je je zo 'vrouwelijk' of 'mannelijk' kunt gedragen als je wilt."
Buiten de top-10
Het gaat dus beter met de lhbt-acceptatie in ons land, volgens het SCP. Maar daar valt een kanttekening bij te maken. Deze week kwam ook de Europese Rainbow Index uit, waarin staat hoe wetten en regels de rechten van lhbt'ers beschermen.
Nederland staat in die index op de elfde plek. "Het is pijnlijk dat ons land, dat ooit als eerste het huwelijk openstelde voor paren van gelijk geslacht, niet meer behoort tot de internationale voorhoede", zegt Ineke.
Dat ligt vooral aan de regels en wetgeving tegen discriminatie, zegt het COC. Nederland kent geen expliciet verbod op discriminatie van trans- en intersekse personen en geen aparte wetgeving voor hatecrimes. In een aantal landen is dat inmiddels wel zo, waardoor Nederland niet meer vooroploopt.
Dat betekent overigens niet dat Nederland achteruitgaat, vindt Kuyper van het SCP belangrijk te vermelden. "Andere landen hebben hard aan de weg getimmerd, waardoor we zijn bijgehaald en soms zelfs zijn ingehaald. Maar het is niet alsof we het homohuwelijk hebben afgeschaft. We staan stil, we rennen niet achteruit."