ECB verhoogt de rente niet
Door economie-redacteur André Meinema
De Europese Centrale Bank heeft de basisrente ongemoeid gelaten, ondanks de steeds sterker oplopende inflatie in de eurozone door de dure olie en gestegen grondstoffenprijzen. De Europese rente staat al sinds 13 mei 2009 op het historisch lage niveau van 1 procent.
Diverse centrale bankiers hintten de voorbije weken al op de mogelijkheid van een renteverhoging, maar de ECB heeft besloten dat wapen nog even in de kast te laten. Economen denken dat bij een aanhoudende hoge en zelfs verder oplopende inflatie de ECB niet aan een renteverhoging ontkomt, ergens in de komende paar maanden. Ook ECB-president Jean-Claude Trichet zei bij de persconferentie "extra waakzaam" te zijn en een rentestap niet uit te sluiten.
Seinen op rood
Afgelopen dinsdag maakte het Europees statistisch bureau Eurostat bekend dat de inflatie in de eurozone in februari is opgelopen naar 2,4 procent op jaarbasis. In Nederland bedraagt de inflatie sinds januari 2 procent. De inflatie loopt vooral de laatste maanden op en maakt het leven van burgers steeds duurder. Het tast onze koopkracht aan.
In december kwam de inflatie boven de 2 procent uit. De ECB heeft als belangrijkste doelstelling en taak om de prijsontwaarding in de eurozone binnen de perken te houden, en dat is maximaal 2 procent. Tijdelijk even daarboven is geen reden voor paniek of maatregelen, maar alle seinen staan nu wel op rood.
De ECB zei tot nu toe dat men verwachtte dat de prijsstijging ook tijdelijk was. Een wat ongelukkige combinatie van een aantrekkende economie en dus meer vraag naar goederen, de stijgende grondstofprijzen van bijvoorbeeld olie en de oplopende voedselprijzen door meer vraag en tegenvallende oogsten. En niet te vergeten door eigen toedoen, want de lage rente van de ECB heeft de markt overspoeld met goedkoop geld.
Basisrente
Waar de ECB niet op gerekend heeft zijn de oplopende spanningen en volksopstanden in Noord-Afrika en het Midden-Oosten. Die hebben in twee weken tijd de olieprijs met 20 procent omhoog gejaagd, tot boven de 100 dollar voor een vat standaard ruwe olie. Dat gaat zijn sporen nalaten in de prijzen.
De reden dat de aarzelingen over een rentevehoging bij de ECB groot zijn is omdat een hogere basisrente geld en dus geld (uit)lenen duurder maakt. Het maakt geld voor landen als Portugal, Griekenland en Ierland nog duurder. Het zet ook een rem op het economisch herstel, wat niet wenselijk is.
Paniekvoetbal
Duitsland mag dan wel sterk groeien (in 2010 met 3,6 procent), in Nederland is het herstel nogal aarzelend (1,7 procent). In het Verenigd Koninkrijk, weliswaar geen euroland maar wel een belangrijke economie, kromp de economie zelfs weer in het laatste kwartaal van 2010 met ruim een half procent.
Bovendien kijkt de ECB met een schuin oog naar de hoge werkloosheid in Europa die gemiddeld boven de 10 procent ligt. Nu behoort het stimuleren van de economie en het terugdringen van de werkloosheid niet tot het kerntakenpakket van de ECB, in tegenstelling tot de Amerikaanse FED. Toch spelen die zaken natuurlijk wel mee in het wikken en wegen over de inzet van het monetaire instrument van de rente.
Wat de ECB als monetaire autoriteit ook wil voorkomen is paniekvoetbal en gejojo met de rente. Nu omhoog en over half jaar weer omlaag omdat inflatiedruk weer is afgenomen. Het is vooral een kwestie van de juiste timing.
Funest
Het blijft wel lastig en wordt eigenlijk steeds lastiger voor de ECB. De schuldencrisis rond Griekenland, Ierland, Portugal en Spanje heeft duidelijk gemaakt dat er binnen de eurozone grote verschillen zijn tussen de nationale economieën. Europa blijft een lappendeken.
Zolang het economisch voor de wind gaat is dat eigenlijk geen punt van zorg, maar zodra het crisis is wordt het een hele lastige spagaat. Het ene Europese monetaire beleid is voor het ene land te streng en voor het andere land te slap. In landen met economische groei stuwt de lage rente de inflatie op en moet de rente eigenlijk dringend verhoogd worden. Een verhoging van de rente is weer funest voor die landen die worstelen met zware bezuinigingen, moeilijk hun schulden kunnen verkopen en met hoge werkloosheid kampen.