Hoewel de kans groot is dat Ajax voor het negende jaar op rij bij de eerste twee in de competitie eindigt, bekruipt je het gevoel dat de Amsterdamse club een van de treurigste jaren uit de clubhistorie heeft doorgemaakt. Kleurloos. Verdrietig. Ondermaats. Een seizoen met alleen maar verliezers.
Een simpele opsomming geeft weer hoeveel tegenslagen Ajax in één seizoen heeft geïncasseerd. De hartproblemen van Abdelhak Nouri, uitschakeling in de Champions League, uitschakeling in de Europa League, het bekerdebacle tegen FC Twente, het ontslag van Marcel Keizer, Dennis Bergkamp en Hennie Spijkerman, de nasleep van de zaak-Nouri, het mysterie rondom Amin Younes, de blessures van Kasper Dolberg en Frenkie de Jong, uitgebleven progressie onder Erik ten Hag en tenslotte een pak slaag van PSV in de kampioenswedstrijd.
Bergkamp krijgt zijn zin
Afgelopen zomer rommelt het al. Dennis Bergkamp wil ondanks het bereiken van de Europa League-finale niet door met Peter Bosz en krijgt zijn zin. Bergkamp wil Marcel Keizer als nieuwe trainer en krijgt zijn zin.
En dat terwijl Marc Overmars, als technisch directeur toch de eindverantwoordelijke voor het aanstellen van nieuwe spelers en trainers, geen voorstander is van die keuzes. Algemeen directeur Edwin van der Sar geeft Bergkamp de vrijheid. Het betekent het begin van het einde.
Kort voor de Kerst is namelijk alles anders. Ajax blameert zich in de KNVB-beker door van FC Twente te verliezen. De aanleiding is gevonden om Keizer samen met Spijkerman en Bergkamp de deur te wijzen. Van der Sar is ineens 180 graden gedraaid. Je zou kunnen zeggen: een half jaar te laat.
Ten Hag is geen tovenaar
Erik ten Hag wordt aangesteld als de opvolger van Keizer. Hij wordt door de Ajax-directie als een redder binnengehaald, al houdt Ten Hag zich daarover op de vlakte. "Ik ben geen tovenaar." Daar is, met de wetenschap van nu, niets aan gelogen. PSV is kampioen, Ajax zit voor het vierde jaar op een rij zonder prijs.
Maar wie is de schuldige? Je zou al snel wijzen naar technisch directeur Overmars. Hij is immers verantwoordelijk voor het aan- en verkoopbeleid. Toch krijgt Van der Sar de meeste hoon over zich heen.
Om dat enigszins uit te leggen moeten we terug naar het begin van dit jaar. In de Portugese zon doet de algemeen directeur een voor zijn gevoel onschuldige uitspraak. Hij verbindt zijn lot aan dat van de nieuwe trainer Ten Hag.
Vraagtekens
Deze uitspraak blijft tot op de dag van vandaag aan hem kleven. Krap een maand daarvoor heeft hij met Overmars besloten het trio Keizer/Bergkamp/Spijkerman de deur te wijzen. Een opvallende zet, die met gejuich, maar ook met veel vraagtekens wordt ontvangen.
Waarom wordt Keizer ontslagen op een moment dat het net iets beter lijkt te gaan? Iedereen wees toch op het feit dat de start van het seizoen zo ontzettend zwaar was geweest vanwege de emotionele gebeurtenissen rondom Nouri? En waarom wordt er eerst juist geluisterd naar Bergkamp en is Van der Sar een half jaar later van gedachten veranderd?
Kort nadat hij zijn lot heeft verbonden aan dat van Ten Hag, krabbelt Van der Sar ietwat terug. Het is niet zo dat er specifiek wordt gekeken naar het kampioenschap, maar er moet vooral progressie worden geboekt onder de oud-trainer van FC Utrecht, legt hij uit. Is dat niet of nauwelijks het geval, dan houdt Van der Sar de eer aan zichzelf.
Ten Hag kan tij niet keren
De vraag die nu moet worden gesteld is simpel: heeft Ajax progressie geboekt onder Ten Hag? De Tukker begon begin dit jaar zijn missie met vijf punten achterstand op PSV.
In de tweede wedstrijd na de winterstop gaat het al mis. Tegen zijn oude club FC Utrecht verspeelt Ten Hag de eerste punten (0-0). Een paar weken later valt hij telkens terug op die uitstekende wedstrijd tegen PEC Zwolle, half februari. Even ter herinnering: Ajax won dat uitduel met slechts 1-0. De Amsterdammers waren inderdaad veel beter, maar in de slotfase had het zomaar mis kunnen gaan.
Tussendoor komt Ajax in de duels tegen degradatiekandidaten Sparta, Roda JC, NAC en FC Groningen steeds op achterstand. Overwinningen worden tegen die clubs uiteindelijk wel geboekt, maar de slordigheden zijn na elf wedstrijden nog steeds niet uit het spel. Onder Ten Hag houdt Ajax slechts vijf keer de nul. In twee duels daarvan weten de Amsterdammers zelf ook geen doelpunt te maken.
Geen progressie
In de dertien wedstrijden die Ajax onder Ten Hag heeft gespeeld, heb je als kijker geen enkel moment de indruk gekregen dat Ajax PSV nog zou achterhalen. Met 2 nederlagen, 2 remises, 26 doelpunten voor en 15 doelpunten tegen wordt nog maar eens onderstreept dat er geen sprake is geweest van de benodigde dominantie.
Ter vergelijking: Keizer verloor 3 keer en speelde 2 keer gelijk, maar kende in 15 wedstrijden (2 meer dan Ten Hag nu) wel een aanzienlijk beter doelsaldo (51-15).
Daar komt bij dat een aantal spelers het niveau van voor de winterstop niet meer heeft weten te halen. De productiviteit van David Neres stokte. Was hij voor de winterstop nog goed voor 8 doelpunten en 11 assists, na de Kerst maakte hij slechts 3 goals en leverde hij 1 assist.
Een ander schrijnend voorbeeld is Lasse Schöne. De Deen was voor de winterstop nog op dreef (8 goals), na de winterstop vond hij slechts 2 keer het net.
Dat er niet gewonnen werd van Vitesse (2-3, begin maart) en ADO (0-0, eind februari) zorgde er eigenlijk al voor dat de titelstrijd gestreden was. Al wilde Ten Hag daar nooit aan geloven. "It ain't over till it's over", zei de Ajax-trainer voorafgaand aan het duel met PSV.
In Eindhoven was het wel over. PSV werd voor het oog van alle Ajacieden kampioen van Nederland. Pijnlijker kon het bijna niet, maar het tekende wel het seizoen van Ajax. Van vijf punten naar tien punten in dertien wedstrijden. Cijfers liegen niet.
Chaos
De Ajax-directie heeft een chaos gecreëerd. Op Nicolás Tagliafico na overtuigen de aankopen (Max Wöber, Rasmus Kristensen, Siem de Jong) vooralsnog niet en met het gevreesde vertrek van een groot aantal spelers is de kans groot dat de Amsterdammers weer helemaal op nul moeten beginnen.
Van der Sar heeft gegokt en verloren.