Geestelijke gezondheidszorg traag met opbouw van goede zorg aan huis
Slechts een op de vijf zorgaanbieders voor geestelijke gezondheidszorg (ggz) heeft tot nu toe plannen bekendgemaakt om psychiatrische zorg aan huis te organiseren. Dat blijkt uit een evaluatie die het Trimbos Instituut heeft gestuurd naar staatssecretaris Paul Blokhuis.
Meer 'ambulante zorg' moet onder meer leiden tot kortere wachttijden in de ggz. Het aantal bedden in instellingen is de afgelopen jaren wel afgebouwd, maar er is tegelijkertijd nauwelijks meer geïnvesteerd in deze ambulante zorg, zoals wel was afgesproken.
Meldingen
Goede ggz-zorg aan huis is ook van belang voor de aanpak van incidenten met verwarde personen. Gisteren bleek uit een analyse van de politiecijfers dat een relatief kleine groep van zo'n 13.000 mensen herhaaldelijk problemen veroorzaakt. Het Schakelteam Verwarde Personen benadrukte daarom dat het belangrijk is dat deze mensen in een vroeger stadium passende zorg krijgen.
Remmende factoren voor zorg aan huis zijn onder meer de oplopende personeelstekorten en moeizame besprekingen over geld. Zorgaanbieders denken bijvoorbeeld dat er toch geen geld is. Opmerkelijk is dat er juist voor deze zorg 300 miljoen euro op de plank zou liggen bij zorgverzekeraars, schrijft Trimbos.
Complex probleem
In 2017 maakten het ministerie van VWS, zorgaanbieders, zorgverzekeraars en cliëntenorganisaties afspraken voor het aanpakken van de wachttijden in de geestelijke gezondheidszorg, waaronder de afspraak dat er snel meer ambulante zorg moest zijn. Dat vordert dus moeizaam.
Ook andere afspraken die toen zijn gemaakt om wachttijden aan te pakken, lijken onhaalbaar. Gisteren stelde de Nederlandse Zorgautoriteit dat de deadline van 1 juli om wachtlijsten weg te werken, niet gehaald gaat worden. Het Schakelteam Verwarde Personen stelde vervolgens dat het waarschijnlijk ook niet gaat lukken voor 1 oktober in alle gemeenten een sluitende aanpak voor verwarde personen te hebben.