Frans begrotingstekort voldoet voor het eerst in tien jaar aan EU-norm
Het begrotingstekort van Frankrijk is gedaald tot 2,6 procent. Daarmee blijft het cijfer voor het eerst sinds 2007 binnen de 3 procent die de Europese Unie als norm hanteert voor lidstaten. De economische cijfers zijn een meevaller voor de regering van president Macron.
Frankrijk voldeed de afgelopen jaren niet aan de begrotingsregels die Brussel stelde. Volgens de EU moet het tekort lager zijn dan 3 procent van het bruto binnenlands product (bbp).
In november vorig jaar waarschuwde de Commissie nog dat Frankrijk te weinig werk maakte van het terugdringen van het begrotingstekort. Maar door de aantrekkende economie, de bezuinigingen en het beleid van het Franse ministerie van Economische Zaken is het doel van 2,9 procent dat de regering zich had gesteld, ruimschoots gehaald.
Goed nieuws
Dat is goed nieuws voor president Macron. Hij wil een voortrekkersrol vervullen binnen de Europese Unie, maar kon vanwege de slechte Franse economische prestaties in Brussel nog niet aandringen op economische hervormingen. Zijn regering had daarom als doel de torenhoge Franse staatsschuld zoveel mogelijk terug te dringen.
In 2016 lag het begrotingstekort nog op 3,4 procent. Oorzaken waren de hoge uitgaven aan sociale zekerheid en de zwakke concurrentiepositie van Frankrijk. Het land heeft na Italië nog steeds de grootste staatsschuld binnen de Europese Unie.
Nederland heeft sinds 2016 een begrotingsoverschot.