Minister: jaarlijks ouderen bezoeken om eenzaamheid op te sporen
Alle 75-plussers moeten jaarlijks thuis bezoek krijgen van de gemeente of een hulpinstantie om te bepalen of ze eenzaam zijn of dreigen te worden. Dat stelt minister De Jonge van Volksgezondheid en Welzijn in het actieplan Eén tegen eenzaamheid, dat hij morgen presenteert.
Op dit moment zegt meer dan de helft van de 75-plussers zich eenzaam te voelen. Dat zijn ongeveer 700.000 mensen. Eenzaamheid heeft ernstige lichamelijke, psychische en financiële gevolgen, staat in het actieplan. Wie eenzaam is, overlijdt vaak vroegtijdig.
In het regeerakkoord is afgesproken dat er deze kabinetsperiode 26 miljoen wordt uitgetrokken voor de strijd tegen eenzaamheid. Dit jaar en volgend jaar is er 8 miljoen beschikbaar, daarna structureel 5 miljoen.
Kappers en buschauffeurs
Een jaarlijks gesprek aan huis biedt een kans om eenzaamheid vroeg te signaleren. Mensen kunnen daarbij gewezen worden op hulpverlening en mogelijkheden om hun eenzaamheid te doorbreken.
Ook moeten er meldpunten komen waar huisartsen en maatschappelijke organisaties, maar ook kappers en buschauffeurs terecht kunnen als ze vermoeden dat iemand eenzaam is. Ook moeten er in wijken waar veel ouderen wonen bankjes en openbare toiletten komen, om te bevorderen dat mensen een ommetje maken en zo buurtbewoners ontmoeten.
Spil van de aanpak wordt het Centrum één tegen eenzaamheid, een landelijk bureau waar mensen werken die de lokale initiatieven ondersteunen.
Minister De Jonge lanceert het actieplan morgen in Scheveningen. Daar bezoekt hij onder meer een volkstuintje op het strand dat onderhouden wordt door ouderen.