Andere Tijden Sport: de faalangst van Bart Veldkamp
Een branieschopper met een geweldig schaatstalent. Dat is Bart Veldkamp. Eigenwijs, zelfverzekerd. Maar hij is ook, zo blijkt nu, bang om te falen. Hij schaatste in 1992 met knikkende knieën naar olympisch goud.
Zondag in Andere Tijden Sport: 'Faalangst en olympisch goud, Bart Veldkamp op weg naar Albertville'.
Een stoere, goedgebekte Hagenees. Zo kwam Veldkamp altijd over. Maar achter het masker van stoerheid schuilde angst, faalangst. Hij was doodsbang om af te gaan.
"Met kwalificatiewedstrijden kon ik heel slecht omgaan. De spanning. Daar kwam de faalangst het sterkst omhoog. Dat soort momenten. De druk van: als je dit niet haalt, dan is je seizoen over."
Het gevolg van de angst: slappe benen. 'Gummibenen', zoals Veldkamp ze zelf noemt. De angst om te falen neemt rigoureuze vormen aan. Veldkamp simuleert zelfs een val om zich te plaatsen voor het EK allround van 1990. Zodoende kreeg hij nog een aanwijsplek voor dat toernooi.
"Een vage val. Het was natuurlijk verkeerd. Maar het was puur om je eigen wereld te redden. Ik moest op dat EK komen. En dit was de enige manier."
Aanwijsplek
Veldkamp werd alsnog aangewezen door de KNSB en won vervolgens het EK allround. Het bleek een van de slechts twee gouden medailles te zijn die Veldkamp zou winnen op internationale toernooien.
Veldkamp was een van de schaatsers van de Haagse bende: een groep jongens die, onder de bezielende leiding van pa en ma Veldkamp, boven kwam drijven in schaatsland Nederland.
Ook Thomas Bos en Ben van der Burg hoorden bij die club. Van der Burg pakte in 1990 de Nederlandse titel en werd tweede op het WK allround.
Bezeten
"Wij waren bezeten. Bezeten van het schaatsen. We wilden iedere dag beter worden. We lagen met geodriehoeken voor de televisie om de hoeken te meten van schaatsers. De hoeken in je knieën, dat is ontzettend belangrijk. Hoe diep zitten ze? Hoe staan ze op hun schaatsen? We bestudeerden het allemaal. We waren veertien, vijftien, zestien, zeventien jaar."
De drie waren vooral onder de indruk van Eric Heiden, de legendarische schaatser die vijf gouden medailles won op de Spelen van 1980. Ze kopieerden zijn trainingsmethoden. "Hij maakte daarmee indruk, maar niet alleen met dat. Ook zijn enorme dijen", weet Bos nog.
Losers
"68 centimeter beenomvang had Heiden. Wij kwamen niet verder dan 61 centimeter. Dus er moest nog meer op kracht worden getraind. Want je moest Heiden halen. Heiden was 1.86 meter. Kwamen wij aan met onze 1.80 meter. Wát een losers waren wij."
Voor de Spelen van Albertville in 1992 koos Veldkamp voor een onorthodoxe voorbereiding. Hij bleef lang in het Zwitserse Davos. Zonderde zich af. Zocht rust en concentratie, hield een dagboek bij om zijn hoofd leeg te maken.
Pas twee dagen voordat hij het olympische ijs op moest, stapte hij alleen in de auto voor een rit van 600 kilometer. "Ik denk dat het voor mij heel belangrijk was dat ik daar heel laat heen ben gegaan."
Onrecht
De vijf kilometer werd geen succes. Hij werd slechts vijfde. "Ik weet nog goed dat ik tijdens die rit steeds dacht: dit is de olympische vijf kilometer. Je moet nu! Je moet door! Dit zijn de Olympische Spelen! Het galmde door mijn hoofd."
Vloekend en huilend verwerkte Veldkamp die race op het parkeerterrein naast het stadion. In zijn dagboek vraagt hij zich af: "Waarom wordt mij dit onrecht aangedaan? Ik had het weer tegen, het ijs en ook de wind. Veel meer dan al die anderen."
Hoe ontevreden Veldkamp ook was, dat optreden zorgde voor extra motivatie voor de tien kilometer. Hij schaatste een zeer vlakke race en pakte de eerste gouden medaille voor Nederland bij de mannen sinds Piet Kleine in 1976.
Schaatsbelg
In 1996 had Veldkamp iets bedacht om de kwalificatiewedstrijden voor grote wedstrijden te omzeilen: hij werd schaatsbelg.
Voor België kwalificeerde Veldkamp zich moeiteloos voor de Spelen van Nagano in 1998. Hij won brons op de 5.000 meter. Het was de eerste schaatsmedaille voor België ooit.
Later zou Veldkamp nog deelnemen aan de Spelen van Salt Lake City (2002) en Turijn (2006), waar hij zijn loopbaan afsloot. Na zijn carrière was hij actief als analist en, tot op heden, coach.
Veldkamp pas vierde olympische schaatskampioen Nederland (m)
1968 | Kees Verkerk | 1 (1.500 meter) |
1972 | Ard Schenk | 3 (1.500, 5.000 en 10.000 meter) |
1976 | Piet Kleine | 1 (10.000 meter) |
1992 | Bart Veldkamp | 1 (10.000 meter) |
1998 | Gianni Romme | 2 (5.000, 10.000 meter) |
1998 | Ids Postma | 1 (1.000 meter) |
2002 | Jochem Uytdehaage | 2 (5.000, 10.000 meter) |
2002 | Gerard van Velde | 1 (1.000 meter) |
2006 | Bob de Jong | 1 (10.000 meter) |
2010 | Sven Kramer | 1 (5.000 meter) |
2010 | Mark Tuitert | 1 (1.500 meter) |
2014 | Sven Kramer | 1 (5.000 meter) |
2014 | Michel Mulder | 1 (500 meter) |
2014 | Stefan Groothuis | 1 (1.000 meter) |
2014 | Jorrit Bergsma | 1 (10.000 meter) |
2014 | Nederland (Kramer, Jan Blokhuijsen, Koen Verweij) | 1 (ploegachtervolging) |