Bij veel koffieautomaten ging het vanmorgen ongetwijfeld over de finale van Expeditie Robinson en de al dan niet terechte winnaar. Het nababbelen over populaire televisieshows is van alle tijden, maar tegenwoordig zorgt het ook voor een nieuwe trend in de televisieprogrammering: het napraatprogramma.
Steeds meer realityshows hebben er tegenwoordig een, zoals de Expeditie-variant Eilandpraat. Waarom zetten producenten daar zo op in? Volgens mediapsycholoog Mischa Coster is die vraag niet zo moeilijk te beantwoorden. "Zulke programma's zijn makkelijk te produceren en ze voorzien in de behoefte om je mening met anderen te delen."
Het werkt, zo zegt Coster, alleen bij programma's waar mensen een duidelijke mening over hebben (neem bijvoorbeeld het gedrag van Soundos in Expeditie Robinson). Of bij tv-shows die bij vlagen discutabel zijn (zoals de intriges in Temptation Island). "Sinds de komst van sociale media werd de discussie vooral online gevoerd, dat slaat nu weer over op televisie."
Maar waarom willen we dan zo graag onze mening vergelijken met die van anderen? Coster legt uit dat dit een gevolg is van cognitieve dissonantie. "Als mens zijn we op zoek naar twijfelreductie. Iedere dag moeten we beslissingen maken, maar daarbij hebben we behoefte aan houvast. Stel... in The Voice of Holland strijden twee kandidaten tegen elkaar en we twijfelen wie we de beste vinden. Vervolgens komt er een uitslag, die wel of niet correspondeert met ons gevoel. Als die uitslag anders is dan we hopen, ontstaat tegenstrijdigheid."
Volgens Coster zijn programma s als Eilandpraat een ideale manier om met deze cognitieve dissonantie om te gaan. "De onenigheid over de uitslag blijft spelen in je hoofd en geeft geen fijn gevoel. Zo'n praatprogramma geeft extra houvast in het reduceren van die tegenstrijdigheid. Ineens kunnen we medestanders vinden waarom persoon A beter was. Of vinden we andere argumenten waarom persoon B toch beter is. De experts of oud-deelnemers die in dit soort programma's zitten helpen ons dan nog meer met acceptatie."
Niet alleen vanuit het oogpunt van de kijker is deze trend begrijpelijk. Maarten Reesink, hoogleraar Media & Cultuur, legt uit waarom dit voor tv-zenders een interessante ontwikkeling is. "De kracht van televisie zit in het feit dat iedereen er op hetzelfde moment naar kan kijken. Maar televisieproducenten hebben veel last van de online aanbieders, die content bieden die je op ieder moment van de dag kan bekijken."
Reesink denkt dat de oorspronkelijke televisie vooral zal overleven dankzij live beleving. "Dan heb ik het vooral over nieuws, sport en evenementen. Daarnaast zijn er dus de populaire shows als Wie is de Mol?, The Voice en Expeditie Robinson. Door er allerlei subprogramma's aan te koppelen, groeien ze zelf uit tot een soort evenement. Zo creëren de producenten een hype, waar iedereen over mee wil praten. Je valt als kijker buiten de boot als je het niet hebt gezien."
En dan is televisie nog altijd het ideale medium om in één klap een groot publiek te bereiken. En dus zal de trend zich volgens Reesink nog wel even doorzetten. "Het is net als in de sport. Televisieprogramma's hebben een voorbeschouwing, een finale en een nabeschouwing. En de volgende dag praten we nog even verder bij de koffieautomaat."