Hogere prijzen en kleinere porties: Brit voelt brexit in portemonnee
De Britse regering heeft bij de presentatie van de begroting de groeicijfers naar beneden bijgesteld. In maart verwachtte de regering nog dat de economie dit jaar met 2 procent zou groeien. Inmiddels is dat veranderd in 1,5 procent. Ook de verwachtingen voor de komende jaren zijn lager dan voorspeld.
Daarmee is de economische groei van Groot-Brittannië de laagste van alle G7-landen, de grootste industrielanden. En ook lager dan het EU-gemiddelde van 2 procent.
Minister van Financiën Phillip Hammond - die volgens de traditie de papieren in zijn rode koffertje voorlas in het Lagerhuis - wijt de lagere groeicijfers grotendeels aan de tegenvallende productiviteit. Britse werknemers produceren jaarlijks beduidend minder dan werknemers in Frankrijk of Duitsland. Wat een Duitse, Franse of Amerikaanse werknemer produceert in vier dagen, doet een Brit in vijf dagen.
Dat probleem is mede het gevolg van een gebrek aan innovatie en scholing, iets wat al sinds de financiële crisis in 2008 speelt. En dankzij de brexit zijn veel bedrijven huiverig om grote investeringen te doen, onzeker over wat komen gaat. Daardoor komt de Britse productiviteit verder onder druk te staan.
Alles wordt duurder
De brexit raakt de economie ook op het gebied van inflatie. Afgelopen maand steeg de inflatie naar 3 procent, het hoogste punt in vijf jaar tijd. Voedselprijzen stegen gemiddeld zelfs met 4 procent. Omdat de lonen maar met gemiddeld 2 procent stijgen, gaan alle Britten erop achteruit. Economen rekenden uit dat elk huishouden dit jaar zo'n 500 euro minder te besteden heeft.
Je merkt in supermarkten bijvoorbeeld dat ze de porties kleiner maken, zodat ze de prijzen niet enorm hoeven te verhogen.
Belangrijkste oorzaak is de enorme daling van het Britse pond sinds het referendum vorig jaar. Kreeg je rond juni 2016 nog zo'n 1,31 euro voor een pond, inmiddels is dat 1,12 euro. Dat betekent dat alles wat de Britten importeren stukken duurder is geworden.
En dat merk je direct op de markt. Dominic Coyte is al 14 jaar kaasboer op Borough Market, in het centrum van Londen. Hij verkoopt Franse kazen en ook een Nederlandse Gouda-kaas. "Gemaakt in Noord-Holland, in de Oude Beemster", zegt hij trots.
Omdat hij alles uit de EU importeert, heeft de koersdaling hem flink geraakt. "Ik heb mijn prijzen met 15 procent moeten verhogen. Dat valt moeilijk uit te leggen aan klanten. En als het pond nog verder daalt, moeten mijn prijzen nog verder omhoog." Daardoor zag Coyte zijn omzet stagneren, terwijl hij juist op groei had gehoopt. De voorgaande jaren ging het juist zo goed.
Ook marktbezoekers voelen die prijsstijgingen in hun portemonnee. "Als moeder van een gezin merk je het echt", zegt een dame uit Kent. Het grootste gedeelte van ons inkomen geven we uit aan boodschappen. Je merkt in supermarkten bijvoorbeeld dat ze de porties kleiner maken, zodat ze de prijzen niet enorm hoeven te verhogen. De brexit is gewoon voelbaar."
Op de Londense markt hebben weinigen vertrouwen in snelle verbetering. "In de politiek is het een zooitje. De regering is ontzettend verdeeld", zegt een gepensioneerde vrouw. En ook de kaasboer gelooft niet dat premier May het tij kan keren. "Ze kijkt alleen maar naar de korte termijn. Ze is alleen maar bezig met overleven. Terwijl de brexit consequenties heeft voor de komende generaties. Ik maak me zeker zorgen."