'Wonderboy' Knegt bezorgt Otter momenteel grijze haren
De Nederlandse shorttrackploeg kan zich vanaf nu volledig gaan richten op de Olympische Spelen. Afgelopen weekend bij de laatste wereldbekerwedstrijd van het seizoen, in Seoul, werden bijna alle gewenste startbewijzen binnengehaald.
Bondscoach Jeroen Otter somt op: "De twee relayteams hebben zich geplaatst, drie plaatsen bij de vrouwen en mannen op de 500 en 1.000 meter en twee plaatsen voor vrouwen en mannen op de 1.500 meter. Dat is een 8'je."
Zorgen om Knegt
Dat de coach zijn ploeg (nog) geen 9 of 10 geeft, is het gevolg van de mislukte poging ook op de 1.500 meter drie startbewijzen te veroveren. Met name de zeventiende plaats van vaandeldrager Sjinkie Knegt op die afstand was een domper in Seoul.
"Zijn relay hier was fenomenaal en dan denk ik: ja, het is er. Op de 1.500 komt het er dan niet uit", zegt Otter. "Het bezorgt niet alleen hem grijze haren, als hij ze ooit zou krijgen, maar mij zeker."
De estafettemannen en -vrouwen zullen bij de Winterspelen hoe dan ook tot de kanshebbers behoren. Op de individuele nummers worden Suzanne Schulting en Yara van Kerkhof tot de kanshebbers gerekend. Knegt is normaal gesproken zelfs meer dan dat. Hij geldt, op grond van zijn prestaties in de voorgaande jaren, in Pyeongchang als een van de favorieten. Maar dan moet Knegt wel in vorm zijn.
Maar de grote vorm lijkt Knegt dit seizoen nog niet te hebben. "We kennen Sjinkie natuurlijk allemaal als de wonderboy van het shorttrack", aldus Otter. "En dat gaat in golven. Soms is hij drie, vier wedstrijden onverslaanbaar en soms heeft hij moeite."
'Goed, maar niet goed genoeg'
Enige zorgen met het oog op Pyeongchang zijn er dus wel, erkent Otter. In de tweeënhalve maand die hem en de ploeg nog resten tot de Olympische Spelen moeten daarom de puntjes op de i gezet worden. "Hij moet nog fitter worden. Hij is goed, maar niet goed genoeg. We willen meer en dat wil hij zelf ook", aldus Otter. "We gaan voor de 10, daar trainen we dagelijks voor. We trainen niet voor 9's."