Woningcorporaties vragen te weinig geld voor luxere woningen
Woningcorporaties zouden meer huur moeten vragen voor de luxere woningen, stelt het Centraal Planbureau. Woningen die geschikt zijn voor middeninkomens worden nu bewoond door mensen met een laag inkomen.
Het CPB vergeleek de gemiddelde huurprijzen van de woningcorporaties met de kwaliteit van de woningen en daaruit blijkt dus dat woningcorporaties te weinig huur vragen voor bepaalde woningen.
Sinds 2015 is er een woningwaarderingsstelsel (WWS). De kwaliteit van woningen wordt vastgesteld aan de hand van een aantal punten. Hoe meer punten een huis heeft, hoe meer huur een woningcorporatie ervoor mag vragen. En juist dat gebeurt niet.
Vrije sector
Mensen met een laag inkomen kunnen hierdoor in een huis wonen dat volgens het WWS eigenlijk niet in hun budget past, maar juist wel in het budget van een middeninkomen. Mensen met een middeninkomen moeten momenteel vooral in de vrije sector zoeken naar een huurwoning. "In zekere zin is dit ook scheefwonen", zegt Arjan Lejour, onderzoeker bij het CPB.
Toch is het volgens hem niet makkelijk voor de woningcorporaties om de huren van hun woningen te verhogen, omdat zij moeten voldoen aan regels. Zo mogen zij hun totale huursom met niet meer dan 1 procent boven de inflatie laten stijgen.
Woningcorporaties moeten daarom goed kijken wanneer ze hun huren wel kunnen verhogen, vindt Arjan Lejour. "Woningcorporaties moeten nieuwe woningen en vrijgekomen woningen daarom beter gaan inschalen volgens het woningwaarderingsstelsel. Daarnaast moeten er meer kleine en goedkopere woningen worden gebouwd."