Een regenworm
NOS NieuwsAangepast

84.000 regenwormen moeten wateroverlast bestrijden in Weesp

In de bodem van Weesp krioelt het binnenkort van de regenwormen. Woningcorporatie Ymere gaat aan het einde van dit jaar tienduizenden wormen in de stad plaatsen om wateroverlast te bestrijden.

In totaal worden er 84.000 regenwormen geplaatst in een gebied ter grootte van anderhalf voetbalveld. "Die hebben we gekocht bij een kweker", vertelt Coen Springelkamp, woordvoerder van Ymere. "We gaan de beestjes straks strategisch verspreiden in de aarde, tussen de bossen en struiken."

We hopen dat de wormen effectiever zijn.

Coen Springelkamp, Ymere

Na iedere regenbui zien de bewoners van enkele flats in Weesp hun achtertuin in een modderpoel veranderen. "De grond van Weesp is kleiachtig", vertelt Springelkamp. "Dat laat water heel slecht door. Het blijft dus liggen op de gazons." De wormen moeten dat probleem oplossen. "Eerst worden zand en speciale korrels aan de bovenste lagen grond toegevoegd, om het water beter te laten wegstromen. Daarna plaatsen we nieuwe planten, waarna de wormen hun gang kunnen gaan."

Twee jaar geleden deed de woningcorporatie al een poging de waterafvoer te verbeteren. "Toen verhoogden we de grond, als buffer om het overtollige water op te vangen. En we plaatsen beplanting in de bovenste laag." Maar de planten gingen dood en het water bleef liggen. "We hopen dat de wormen effectiever zijn. De beestjes woelen de grond los, waardoor het water weg kan zakken."

Het is niet alsof je straks uitglijdt over de wormen.

Coen Springelkamp, Ymere

Regenwormen om wateroverlast tegen te gaan: hoe effectief is dat? Jan-Willem van Groenigen, hoogleraar bodemkwaliteit aan de Universiteit Wageningen, heeft zijn twijfels. "Wormen kunnen de grond inderdaad luchtiger maken: als ze graven, komen er grotere poriën in de bodem.

Deze soort kan diepe gangen graven, waardoor het water sneller weg zal stromen. 84.000 wormen is voor deze soort op dit oppervlak relatief veel. Maar ik vraag me af of het werkt op de lange termijn."

Natuurlijke leefomgeving

Je kunt niet zomaar de wormenhoeveelheid in de bodem verhogen door er meer toe te voegen, legt hij uit. "Ik verwacht eigenlijk dat ze dood zullen gaan, of naar een ander, leefbaarder gebied vertrekken. "Als ze in deze hoge dichtheid konden leven, hadden ze er al gezeten, want in Nederland komt deze soort veel voor."

Voor de mensen die het niet zo hebben op regenwormen, heeft Springelkamp nog een laatste geruststelling. "De beestjes doen hun werk ondergronds en komen hoogstens tevoorschijn bij een regenbuitje. Bewoners zullen niet over de regenwormen gaan uitglijden."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl