Techbedrijven onder vuur in Washington over rol beïnvloeding Rusland
Er ontstaan steeds meer scheuren in het mooi gepolijste imago van Facebook, Google en Twitter. Deze week kan daar een barst bij komen. De drie bedrijven moeten aan het Amerikaanse Congres uitleg geven over hoe hun platforms zijn gebruikt door de Russen rond de presidentsverkiezingen van een jaar geleden. Rusland probeerde via de sociale media invloed uit te oefenen op de uitslag.
De aftrap was gisteravond, toen de techbedrijven werden ondervraagd door de juridische commissie van de Senaat. In totaal zijn er deze week drie hoorzittingen, de twee andere zijn vandaag. Daarmee was gisteravond voor beide partijen een voorproefje van wat vandaag gaat gebeuren.
Uit het verhoor gisteren bleek dat de techbedrijven niet zomaar wegkomen met 'we gaan ons best doen'-uitspraken. "Waarom kostte het Facebook elf maanden om in actie te komen en ons te helpen de grootte van dit probleem te begrijpen en op te lossen?", vroeg senator Chris Coons gisteravond.
"Ik probeer ons weg te krijgen van La La Land", zei senator John Kennedy in een verwijzing naar de gelijknamig musicalfilm. "Het feit is dat Facebook vijf miljoen adverteerders heeft die elke maand, elke minuut en mogelijks zelfs elke seconde veranderen. Jullie kunnen helemaal niet weten wie dat zijn, of wel?"
Uit de vragen bleek al snel dat het de senatoren vooral om Facebook was te doen. Ook al speelt het probleem bij veel meer platforms, Facebook is het grootst met maandelijks meer dan 2 miljard actieve gebruikers en dus een belangrijk middel voor Rusland.
"Vandaag is het Rusland, morgen kan het Iran of Noord-Korea zijn", zei senator Lindsey Graham. "We moeten met elkaar om tafel en zorgen dat de regels die gelden voor tv-zenders ook op sociale media gelden."
Wetgeving voorkomen
Zo’n wetsvoorstel is al in de maak. Een aantal senatoren heeft de Honest Ad Act gepresenteerd, een wet die regelt dat sociale media verplicht worden om openbaar te maken welke organisatie politieke advertenties op hun platform koopt. Om te voorkomen dat dit verplicht wordt, kozen Facebook en Twitter afgelopen weken de vlucht naar voren: ze hebben zelf maatregelen aangekondigd.
Die maatregelen gaan zelfs een stap verder dan wat de politici willen: ze zijn bereid om gegevens over alle advertenties openbaar te maken. Dat klinkt als een goed voorstel, maar de bedrijven zijn heel erg bang om gereguleerd te worden. Door zelf met de oplossing te komen, hopen ze dit uit te weg te gaan. Want dat zou betekenen dat dit vrijwillig gebeurt en ze de vrijheid hebben om hier in de toekomst ook weer van af te wijken. Als het wetgeving wordt, is dat niet meer mogelijk.
De juridische Senaatscommissie was gisteren het meest kritisch op Facebook, maar volgens Thomas Rid, professor Strategische Studies, mogen we Twitter ook niet uit het oog verliezen. "Vergeet niet dat Facebook en Twitter een ander belang hebben", zegt hij in gesprek met correspondent Wouter Zwart. "Facebook heeft er belang bij zoveel mogelijk mee te werken, omdat dit hen commercieel helpt. Bij Twitter is het precies andersom."
Dat komt doordat Twitter keer op keer moet bewijzen dat zijn platform groeit, zegt Rid. "Als blijkt dat 20 of 30 procent van de gebruikers een bot is en het verkeer voor 30 procent door hen wordt bepaald, kan dat grote gevolgen hebben voor het bedrijf." Volgens Twitter is 5 procent van de 330 miljoen maandelijks actieve gebruikers nep.
Rid hoopt dat Twitter net als Facebook ook meer maatregelen gaat nemen. Daarnaast merkt de hoogleraar op dat Twitter het meest liberale en vrije platform is en dat dat is misbruikt.
Hij stelt al met al dat Twitter een schoolvoorbeeld is van het grote dilemma van westerse democratieën. "Wat gebeurt er als autoritaire regimes onze openheid misbruiken en het tegen ons gebruiken? Want dat is wat er hier gebeurt. Iemand gebruikte Twitter als een wapen en gebruikte het tegen de Amerikaanse presidentsverkiezingen."