Vliegvelden Defensie krijgen vogel-radarsysteem
Het ministerie van Defensie neemt op zijn vliegbases een radarsysteem in gebruik waarmee vogels op 10 kilometer afstand kunnen worden opgemerkt. Door de radartechniek kunnen veel botsingen met vogels worden voorkomen. Dat zegt Siete Hamminga van het Haagse bedrijf dat de systemen levert.
Defensie heeft een meerjarencontract getekend voor één radar per militaire vliegbasis. Dat zijn er in Nederland zes. In Nederland vinden op militaire vliegvelden jaarlijks honderd aanvaringen plaats met vogels. In 10 procent van de gevallen leidt dat tot schade.
Met de nieuwe technologie worden de vogels sneller gedetecteerd. Voor het verjagen van de vogels worden veelal groene lasers, drones en roofvogels ingezet.
Technologie
De radartechniek werd al in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld, maar pas de afgelopen jaren voor het vogelprobleem in de luchtvaart, zegt Hamminga: "Normaal gesproken kan een radar alleen het geluid van grote objecten zoals vliegtuigen registeren. Vogelgeluid valt weg tegen het achtergrondgeluid. Door het filteren van de ruis zijn we nu ook in staat individuele vogelbewegingen te registeren."
Het Haagse bedrijf ging al in 2012 in zee met Schiphol en de luchthaven nam in februari 2013 de eerste radar in gebruik. Onlangs werd een overeenkomst gesloten voor de aanleg van nog eens drie systemen. De vier radars overzien alle landingsbanen van de luchthaven, waar elk jaar zo'n 350 botsingen met vogels gebeuren. Vaak leidt dit tot lange vertragingen.
Ook de luchthavens in Frankfurt, Berlijn en Kopenhagen gebruiken de techniek. Wereldwijd zijn er in de civiele luchtvaart jaarlijks ruim 20.000 aanvaringen met vogels. Ook in windmolenparken wordt de techniek gebruikt, vooral om de vogels te beschermen.