'Clubtrainers helpen het Nederlandse voetbal naar de sodemieter'

Het Nederlandse voetbal bevindt zich misschien wel in de donkerste periode van de laatste vijftig jaar. In de week van de waarheid komen vijf prominente voetbalkenners aan het woord over de staat van het voetbal. Vandaag in de 'Staat van Oranje': Piet de Visser.

De laatste keer dat het Nederlands elftal zich twee keer op rij niet wist te plaatsen voor een eindtoernooi, had Piet de Visser er al een heel voetballeven op zitten. Al zestig jaar zit het 83-jarige voetbaldier in het vak. Nog altijd reist hij de hele wereld over als scout van Chelsea. Hij heeft alles al gezien, alles al eens meegemaakt.

Toch kan hij zijn emoties nauwelijks onderdrukken als hem gevraagd wordt naar de staat van het Nederlandse voetbal. Er volgt een vurig pleidooi: "Het Nederlandse voetbal gaat naar de sodemieter. En dat komt door de trainers. Niet de KNVB is hoofdverantwoordelijke, het zijn de clubtrainers. Die hebben het laten versloffen."

De Visser laat er geen misverstand over bestaan. "Dit is een aanklacht tegen de Nederlandse trainers. Op mijn leeftijd mag ik dat zeggen..."

Er zijn twee fundamentele dingen mis in het Nederlandse voetbal, doceert De Visser. "Ten eerste: talenten worden geboren. Echt grote talenten zijn er wel in de aankomende, maar niet in deze generatie. Dat is een gegeven."

Het is het tweede punt waar De Visser zich vooral over opwindt. "Het is simpel: er wordt gewoon te weinig getraind in Nederland. We zijn helemaal doorgeschoten in periodisering en positiespelletjes. Trainers hebben de plicht om alles uit een talent te halen. Dat gebeurt niet."

De Visser kan zich er nog dagelijks druk over maken. "Zodra Nederlandse spelers in het buitenland gaan spelen, beginnen ze te klagen dat ze zo hard moeten trainen. In Nederland zijn spelers vaak om een uur of twee vrij, dan hebben ze een training gehad en dan ook nog vaak een tactische groepstraining. Ze worden gepamperd en in allerlei wetmatigheden gepropt. Ik heb een voetbalacademie in Ghana waar jongens 's ochtends al 1.000 keer de bal geraakt hebben; linkervoet, rechtervoet, met het hoofd. Zo'n jongen daar traint harder in een dag dan zijn Nederlandse leeftijdgenoten in een week."

Privécoaches

En dat is de schuld van de trainers, vindt De Visser. "Jonge spelers moeten gewoon twee of drie keer op een dag kunnen trainen om beter te worden. En dan niet altijd in groepsverband, maar individueel. Veel spelers willen dat ook. Je ziet steeds vaker dat spelers met hun eigen geld de hulp in roepen van privécoaches. Dat is eigenlijk een schande."

Zijn er dan geen uitzonderingen? "Ik heb gehoord dat Erik ten Hag bij FC Utrecht zijn spelers om 09.00 uur op de club laat komen en om 17.00 uur naar huis stuurt. Dat is een begin..."

Clubs in Europa

Volgens De Visser is het een teken aan de wand dat er nog maar twee clubs actief zijn in Europees verband: landskampioen Feyenoord in de Champions League en bekerwinnaar Vitesse in de Europa League. Beide gingen afgelopen week hard onderuit.

"Natuurlijk heeft Napoli (3-1 zege op Feyenoord, red.) een fantastische ploeg, natuurlijk is OGC Nice (3-0 winst op Vitesse, red.) goed. Maar je mag toch wel ietsje meer verwachten?"

Dat niveauverschil heeft ook zijn weerslag op Oranje. "Hoeveel spelers van Oranje spelen er in het buitenland? En hoeveel van hen spelen er in de basis? Zelfs Memphis Depay is afgelopen week bij Olympique Lyonnais uit de basis gespeeld door een zeventienjarige. Dat zegt alles."

"Neem spelers als Strootman of Wijnaldum. Die spelen de sterren van de hemel bij AS Roma en Liverpool, maar laten niets zien bij Oranje. Hoe dat komt? Simpel. Bij hun clubs hebben ze tien goede spelers om zich heen. Bij Oranje moeten ze het zelf doen en dat kunnen ze niet. Eigenlijk zou deze generatie nog bij de hand genomen moeten worden door een fitte Sneijder, Van der Vaart, Van Persie en Robben. Maar dat is verleden tijd."