Nederlandse wielervrouwen willen controle én harde koers
De WK wielrennen in het Noorse Bergen is voor Nederland tot nog toe een ongekend succes. Twee keer goud en een keer zilver bij het tijdrijden. En daar kan nog flink wat edelmetaal bij komen. Om te beginnen zaterdag bij de wegwedstrijd van de vrouwen.
Met drie kanshebbers, Annemiek van Vleuten, Anna van der Breggen en Marianne Vos, in de gelederen is Nederland de grote favoriet. De drie vrouwen praten aan de vooravond van de wegwedstrijd over de kansen én over elkaar.
Marianne Vos: "Op de WK is zo'n ploeg echt uniek. Maar dat betekent niet dat de wedstrijd al gereden is." Van der Breggen vult aan: "We moeten samen koersen. We hebben zo'n sterke ploeg dat we elkaar kunnen gebruiken."
Annemiek van Vleuten: "Wij hebben een missie en dat is de gouden medaille halen. We hebben een team waarin iedereen zou kunnen winnen als je in een goede groep terecht komt. Daar willen we van profiteren en dat willen we uitspelen. Ik denk dat onze kracht is dat we morgen met acht toppers aan de start staan."
Van der Breggen: "Ik denk dat zo'n sterke ploeg de wedstrijd juist heel moeilijk kan maken. Dat iedereen naar ons zal kijken en dat er weinig verder gebeurt. Dat de wedstrijd niet zo zwaar is als wij graag zouden willen."
Ook Vos wil een harde koers: "Dan kunnen we elkaar alleen maar versterken. We hopen dat er veel oranje te zien is in de finale."
Van Vleuten sluit zich daarbij aan: "We moeten ervoor zorgen dat we de koers in de hand houden. Het wordt een slijtageslag. Het parcours is moeilijk, niets is vlak en het is lang. Ik denk dat dat in ons voordeel is, in het voordeel van alle meiden die goed getraind zijn."
Van Vleuten, winnares van de tijdrit, gelooft dat die winst haar vleugels geeft: "Ik heb nog honger. Als ik wakker word kijk ik naar de regenboogtrui, dat is een mooie inspiratie. De sfeer in Bergen geeft ook echt het idee dat je een WK aan het rijden bent. Ik heb enorm zin in morgen."
Van der Breggen hoopt na het zilver bij de tijdrit nu op goud: "Ik heb vaak voor anderen gereden en ik voel dat ik nu in vorm ben. Het is een mooi parcours. Ik kán wereldkampioen worden. Maar we hebben een zware wedstrijd nodig, niet zozeer een grote groep tot aan de finish. Daar moeten we voor zorgen. Hoe dan ook, een van ons wint."
Dat denkt ook Vos: "Ik zal doen wat ik kan doen in de koers. Ik ben tevreden over mijn huidige vorm. De training is goed gegaan in voorbereiding op de WK."