'Nederland kan, met wat moeite, koploper dierproefvrij onderzoek worden'
Nederland wil in 2025 vooroplopen met dierproefvrij onderzoek. Maar er moet nog veel gebeuren om die ambitie waar te maken. Alleen met een enorme inspanning kan het lukken, zeiden wetenschappers die vandaag waren uitgenodigd in de Tweede Kamer.
Er zijn inmiddels veel alternatieven die experimenten kunnen vervangen op bijvoorbeeld muizen. Zo bestaat er kunsthuid waarop allergietesten worden gedaan en computermodellen van het menselijk hart waarop medicijnen worden getest.
Maar veel onderzoekers blijven vasthouden aan dierproeven, omdat ze daar nu eenmaal ervaring mee hebben, zei farmaceutisch onderzoeker Van Meer van de Universiteit Utrecht. Het werken met nieuwe systemen "is eng" en onderzoekers vertrouwen de uitkomsten van testen op niet-levende organismen niet.
Gouden standaard
Dat is niet helemaal terecht, stelde reproductietoxicoloog Piersma. Want net als niet-levende modellen heeft een vogel, een rat of welk proefdier dan ook, een andere fysiologie dan de mens. Wetenschappers weten volgens hem dan ook eigenlijk niet hoe betrouwbaar dierproeven eigenlijk zijn. Maar ze houden eraan vast omdat ze in de jaren zestig, toen er nog geen alternatieven waren, zijn bedacht, en nu is het proefdier "de gouden standaard".
De wetenschappers die in de Tweede Kamer waren om over de ambitie voor 2025 te praten, waren het erover eens dat er minder dierproeven moeten worden gedaan. En dat kan ook, omdat er in hoog tempo steeds meer alternatieven worden bedacht. Probleem is wel dat veel van die alternatieven "op het kerkhof belanden", zoals Kamerlid Wassenberg (Partij voor de Dieren) het samenvatte.
Staatssecretaris Van Dam zei in december dat Nederland in 2025 wereldwijd koploper moet worden op het gebied van dierproefvrije alternatieven. Dat is volgens Piersma alleen mogelijk als er minder fragmentarisch wordt gewerkt. "Activiteiten moeten worden samengebracht, niet alleen nationaal maar ook internationaal. Maar dat vergt wel regie."