Mensen met lees- en schrijfproblemen nauwelijks herkend
Twee van de drie Nederlanders zeggen niemand in hun omgeving te kennen die moeite heeft met lezen, schrijven, rekenen en/of computeren, terwijl Nederland in totaal 2,5 miljoen laaggeletterden telt, zegt de Stichting Lezen & Schrijven. Het aantal van 2,5 miljoen werd eerder genoemd in een rapport van de Algemene Rekenkamer.
Het probleem van laaggeletterdheid wordt onderschat, concludeert de stichting aan het begin van de Week van de Alfabetisering. Die week is bedoeld om meer bekendheid te geven aan het probleem.
Dat komt deels doordat laaggeletterdheid voor meer staat dan veel mensen denken; het is van toepassing op iedereen boven de 16 jaar die onvoldoende kan lezen, schrijven, rekenen of met computers kan omgaan om goed mee te komen in de Nederlandse samenleving. Mensen verwarren het vaak met analfabetisme en dyslexie. Ook is het zo dat laaggeletterden hun problemen heel goed weten te maskeren.
Laaggeletterden komen vaak in de problemen bij alledaagse zaken als formulieren invullen, pinnen, digitaal betalen en reizen met het openbaar vervoer. Hun aantal blijft stijgen, meldt de Stichting Lezen & Schrijven. De meerderheid van deze groep heeft een Nederlandse afkomst.
Bereidwillig
Uit onderzoek van de Stichting Lezen en Schrijven blijkt verder dat meer dan een kwart van de Nederlanders bereid is om tijd vrij te maken om laaggeletterden te helpen. De stichting, die dertien jaar geleden werd opgericht door prinses Laurentien, gebruikt de jaarlijkse Week van de Alfabetisering om het taboe op schrijf- en rekenproblemen te bestrijden en mensen beter bekend te maken met de problemen van laaggeletterden.
De Rekenkamer schreef vorig jaar een kritisch rapport over de aanpak van laaggeletterdheid. De overheid hanteert foute cijfers (1,3 miljoen laaggeletterden) omdat het alleen mensen met leesproblemen meetelt, aldus de Rekenkamer. Het aanbod van cursussen is dan ook te veel gericht op problemen met taal en gaat voorbij aan de andere probleemgebieden. Ook viel de Rekenkamer over het feit dat er wachtlijsten zijn voor taalcursussen.