Amerikanen doen boekje open over machtsmisbruik Google
"De tijd is gekomen dat onze wegen scheiden", leest Barry Lynn in zijn mailbox. Afzender: zijn baas. Lynn werkt voor een Amerikaanse denktank die al jaren door Google financieel wordt gesteund en had een paar dagen eerder de EU-boete van 2,42 miljard euro voor de internetgigant nog toegejuicht. En dat lijkt tegen het zere been van het bedrijf.
Het gaat de laatste tijd geregeld over de macht van de zogenoemde Frightful Five: de vijf grote Amerikaanse techbedrijven wier invloed almaar groeit. Daar hoort ook Google bij, naast Apple, Amazon, Facebook en Microsoft.
Deze week verschenen twee artikelen waaruit naar voren komt dat de internetgigant die macht misbruikt om onwelgevallige publicaties te verwijderen en maatregelen af te dwingen tegen critici.
Innige relatie
Het begon woensdag, met een artikel in The New York Times over New America, de denktank die Lynn en zijn team heeft ontslagen. Door de timing van dat ontslag lijkt zijn stuk over de boete de aanleiding.
De relatie tussen Lynns voormalige werkgever en Google is volgens de krant innig. Sinds de oprichting in 1999 heeft de organisatie 22 miljoen dollar ontvangen van Google, Eric Schmidt (voorzitter van de raad van commissarissen van Googles moederbedrijf Alphabet) en de familiestichting van Schmidt.
Daarnaast was Schmidt tot 2016 voorzitter van de raad van commissarissen van de denktank. Volgens de krant had Schmidt al snel contact met de bestuursvoorzitter van de organisatie, Anne-Marie Slaughter, om zijn ongenoegen te uiten. Het bericht van Lynn werd verwijderd om daarna weer teruggeplaatst te worden. Het offline halen wordt een "interne fout" genoemd.
Lynn leidde bij New America de afdeling Open Markets, die regelmatig kritisch was over de marktdominantie van tech- en telecombedrijven. Het compliment aan de Europese Commissie lijkt de laatste druppel te zijn. Lynn werd namelijk al een jaar eerder gevraagd zich te houden aan de "gedragsregels" van het instituut.
In de e-mail van Slaughter staat dat het besluit om Lynn en zijn team te ontslaan "op geen enkele manier te maken heeft met je werk", maar dat Lynn "de organisatie in zijn geheel in gevaar bracht". Lynn zegt tegen The New York Times "dat Google op agressieve wijze met geld strooit en vervolgens aan de touwtjes wil trekken".
Een woordvoerder van Google verwerpt de suggestie dat de internetgigant iets te maken heeft met het ontslag van Lynn. "We zijn het niet altijd eens, maar we respecteren hun onafhankelijkheid." De denktank zelf zegt dat donateurs geen invloed hebben op wat de organisatie doet.
Artikel over Google+
Dit verhaal was gisteren voor Kashmir Hill, een verslaggever voor nieuwssite Gizmodo, aanleiding om een stuk te schrijven over iets wat ze zes jaar geleden met Google meemaakte. Hill beheerde toen voor Forbes de sociale media. Ze was gevraagd om deel te nemen aan een bijeenkomst met vertegenwoordigers van Google+, het sociale netwerk van de internetgigant.
"De mensen van Google probeerden Forbes over te halen een Google+-deelknop op de site te plaatsen, naast die van Facebook en Reddit", schrijft Hill. "Ze zeiden dat dit belangrijk was omdat aanbevelingen die via de knop binnenkwamen invloed zouden hebben op de plaats van artikelen van Forbes in de zoekresultaten van Google." Met ander woorden: zonder de knop waren artikelen mogelijk minder goed vindbaar.
De journaliste zag hier nieuws in. "Google heeft veel macht over uitgevers, door zoekresultaten aan Google+ vast te knopen maakt Google gebruik van die macht." Ze dubbelcheckte naar eigen zeggen bij de medewerkers van Google+ of ze goed had verstaan wat ze zeiden en legde dezelfde vraag voor aan een woordvoerder van Google. Beiden bevestigden haar analyse.
Ze publiceerde het stuk. Dat vond Google niet leuk, schrijft ze. Dit had mogelijk ook te maken met het feit dat er in die tijd, in 2011, een onderzoek liep van het Amerikaanse Congres naar machtsmisbruik van Google.
Vertrouwelijk?
Een woordvoerder eiste dat het stuk offline zou worden gehaald omdat de bijeenkomst vertrouwelijk was en de aanwezigen een non-disclosure agreement hadden getekend, wat betekent dat ze er niets over mogen zeggen. Hill zegt geen handtekening te hebben gezet en dat niet is gezegd dat het gesprek off the record was.
Hill wilde het stuk online laten staan, maar onder druk van haar bazen werd het toch offline gehaald. Daarnaast stelt de journaliste dat het verhaal vervolgens razendsnel uit de zoekresultaten verdween. Ongewoon volgens haar, omdat andere verhalen die ook door Forbes waren verwijderd nog wel bij Google te vinden waren.
"Google begon als een organisatie die erop was gericht om informatie zo goed mogelijk beschikbaar te stellen", schrijft Hill. "Maar het is veranderd in een van de grootste en meest winstgevende ondernemingen en dus zijn de prioriteiten veranderd", concludeert ze.
Een woordvoerder van Google in Nederland verwijst voor commentaar over het eerste verhaal naar eerdere verklaringen. Over het artikel in Forbes zegt het bedrijf dat het wees op een artikel dat was geschreven over een bijeenkomst die in Googles ogen vertrouwelijk was en dat het zakentijdschrift vervolgens de keuze maakte om het artikel te verwijderen. Daarnaast stelt de zoekgigant dat het het artikel niet heeft verwijderd zoals Hill stelt.