Waarom 0 procent werkloosheid ook niet goed is
De werkloosheid blijft maar dalen. Goed nieuws: hoe lager, hoe beter, zou je zeggen. Maar er bestaat ook zoiets als te weinig werkloosheid, zeggen economen.
Ton Wilthagen van de Universiteit Tilburg en Rob Witjes van het UWV leggen uit hoe dat zit, en waarom 0 procent werkloosheid eigenlijk niet echt 0 procent is.
Hoe zit het nu?
Eerst even de cijfers op een rijtje. Op dit moment staan 436.000 mensen als werkloos geregistreerd. Dat is 4,8 procent van de beroepsbevolking, een mooi cijfer.
Het is ook weleens anders geweest: begin 2014 was de werkloosheid bijvoorbeeld nog 7,9 procent.
Wat is het ideaal?
Maar zou het niet het mooist zijn, als iedereen werk heeft? Nee, zegt Wilthagen. Niet voor niets maken bedrijven zich nu zorgen over krapte op de markt. Ze zeggen dat ze niet voldoende mensen kunnen vinden.
"Werklozen heb je nodig, omdat er mensen beschikbaar moeten zijn voor nieuwe banen." Voor elke vacature moet immers iemand gevonden worden die hem kan opvullen. Zo voorkom je dat de markt op slot zit, dat bedrijven bijvoorbeeld niet kunnen groeien terwijl er wel geld voor is.
Hoeveel precies genoeg is, daarover verschillen de meningen. Volgens Wilthagen is het voldoende als 3 procent van de beroepsbevolking zonder werk zit, en dus is in te zetten.
Witjes sluit zich daarbij aan, maar vindt rond de 4 procent realistischer. "Vlak voor de crisis hadden we 3,7. Als we daarop terug kunnen komen, mag de vlag uit."
Is dan iedereen blij?
Nee, zeggen beide economen. Niet iedereen die werkloos is, schuift op den duur weer door naar een nieuwe baan.
En er is een ander probleem: dat mensen niet geregistreerd staan als werkloos, betekent niet dat ze niet meer zouden willen werken. Dat heeft te maken met de definitie.
Internationaal is afgesproken: als je 1 uur of meer werkt, ben je niet meer werkloos, legt Wilthagen uit. "Maar er zijn veel mensen die meer willen werken. Ze hebben immers geld nodig om hun boodschappen te kunnen doen."
Op dit moment zijn er 1,3 miljoen mensen die (meer) zouden willen werken, liet het CBS eerder deze week weten. Dat is dus een veel grotere groep dan alleen de officieel werklozen.
Wilthagen: "Daar vallen ook alle mensen onder die op enige manier een uitkering ontvangen en wel zouden willen werken. Denk aan mensen die in de Wajong zitten. Die zijn niet meteen beschikbaar, en tellen dus niet mee als werkzoekend."
Dat betekent dat zelfs 0 procent werkloosheid niet betekent dat er geen werkloosheid ís. Er zijn dan namelijk nog steeds mensen in Nederland met onvoldoende werk.
Wat is er nog nodig?
Training is the new recruitment, zeggen ze in Amerika. Met andere woorden: "we moeten kijken hoe we de mensen die we hebben beter kunnen inzetten", zegt Wilthagen.
Als mensen te weinig vaardigheden in huis hebben voor een baan, moeten ze de kans krijgen om bij te leren. Zodat ze wel geschikt zijn. Daarmee zou een grote groep mensen die nu buiten de boot valt weer in aanmerking komen voor een baan, denkt Wilthagen.
Net zo belangrijk als werkloosheid oplossen, is werkloosheid voorkomen, vindt Witjes. Er zijn nou eenmaal beroepen die zullen verdwijnen door automatisering of door vergrijzing. Zo is over twee jaar één op de twee volwassenen 50-plus, waarschuwt hij. Voor ouderen die hun baan kwijtraken, is het vaak moeilijker om aan de bak te komen. "Denk aan mensen die hun hele leven bij V&D gewerkt hebben. Dan gaat de leeftijd meespelen."
Witjes sluit zich dan ook aan bij Wilthagen. "Als je het ideaal van 3 procent werkloosheid wilt halen, dan moet je sterk investeren in scholing en opleiding."