Ook in Cambodja is de draagmoeder-industrie niet meer welkom
Het begon ooit in India. Daarna was Thailand lang de place to be voor het vinden van een draagmoeder. Toen het daar werd verboden kwam de draagmoeder-industrie in Cambodja terecht. Maar nu wordt de business ook daar hard aangepakt.
Vandaag werd Tammy Davis-Charles, een Australische verpleegkundige, in Cambodja veroordeeld voor het runnen van een kliniek voor commercieel draagmoederschap. Ze moet 18 maanden de cel in.
Andere klinieken hebben hun zaak al weer verplaatst, vertelt correspondent Michel Maas in het NOS Radio 1 Journaal. "Nu wordt er uitgeweken naar Laos, maar ook naar Oost-Europa. Het is iets dat zal blijven bestaan zolang er vraag naar is en zolang mensen een gat vinden in de wetgeving."
De laatste jaren proberen steeds meer landen in Azië korte metten te maken met het commerciële draagmoederschap. "Eigenlijk steeds om dezelfde reden: omdat de draagmoeder-business zich afspeelt in een soort halve illegaliteit", stelt Maas.
"Er zijn vaak geen echte wetten die het verbieden, maar er zijn ook geen wetten die het toestaan. Het gebeurt in een schimmig circuit waar de draagmoeders vaak worden onderbetaald. Ze hebben geen rechten, geen begeleiding. Er kan dus van alles misgaan, vooral voor de draagmoeders."
De draagmoeder-industrie is daarnaast ook geen goede reclame voor een land. "Veel landen beschouwen het draagmoederschap als een soort handel in kinderen en zeggen dat kinderen nu eenmaal geen koopwaar zijn en dat je ze ook niet als zodanig moet behandelen."
India maakte in 2014 een begin met een wet om een einde te maken aan de handel. Sinds dit jaar komen alleen Indiase paren in aanmerking voor een draagmoeder.
In Thailand nam het draagmoederschap zo'n hoge vlucht dat het land de 'baarmoeder van de wereld' werd genoemd.
In Thailand was het draagmoederschap sinds de jaren negentig uitgegroeid tot een echte industrie. "Het nam daar zo'n hoge vlucht dat Thailand op een gegeven moment de 'baarmoeder van de wereld' werd genoemd."
Die situatie veranderde toen drie jaar geleden de militairen in Thailand de macht grepen. Die maakten abrupt een einde aan de levendige draagmoeder-business, die voor een paar geruchtmakende schandalen had gezorgd.
Zo was er een Japanse man die een soort babyfabriek was begonnen in Bangkok - hij was zelf de vader van 16 baby's - en ook het verhaal van een Australisch echtpaar deed veel stof opwaaien. Het stel had bij een draagmoeder een tweeling gekregen maar nam alleen het meisje mee naar huis. 'Baby Gammy', een jongetje met het syndroom van Down, bleef achter.
Maas: "De Thaise junta heeft het commerciële draagmoederschap verboden. Dat leidde tot dramatische taferelen van ouders die hun verwekte en bestelde kinderen niet het land uit kregen. En de geboortekliniekjes gingen ervandoor, vooral naar Cambodja, waar het nog wel mocht."
Maar ook Cambodja wil er nu van af. Sommige draagmoeders zullen dat betreuren, want ze kunnen vaak elke dollar gebruiken. "Als draagmoeder kunnen ze in één keer honderd maandsalarissen verdienen. Dus ze willen heel graag, voor het geld. Maar het heeft iets heel treurigs dat dat de enige manier is waarop je als alleenstaande moeder, want dat zijn ze vaak, aan geld kunt komen. Het is een uitweg die je eigenlijk niemand toewenst."